Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
1.De zaak in het kort
2.De procedure
- het tussenvonnis van 18 december 2024 en de daarin genoemde stukken;
- de conclusie van antwoord, tevens houdende eis in reconventie van 30 oktober 2024 met producties 1-13;
- de conclusie van antwoord in reconventie van 2 juni 2025;
- de nagekomen producties 14 en 15 van [gedaagde] c.s.;
- de spreekaantekeningen van mr. Van de Sande en van mr. Buitelaar voor de mondelinge behandeling op 2 juni 2025.
3.De feiten
artikel 6 Staat van de onroerende zaak. Gebruik.
Niet van toepassing.
Woonruimte ten behoeve van bedrijf.Indien de feitelijke levering eerder plaatsvindt, zal de onroerende zaak op dat moment de eigenschappen bezitten die voor een normaal gebruik nodig zijn. Verkoper staat niet in voor andere eigenschappen dan die voor een normaal gebruik nodig zijn.”
4.Het geschil
In conventie
5.De beoordeling
wistdat de woning aan [adres 1] alleen bewoond mag worden door iemand die een relatie heeft met het recyclingbedrijf van haar broer. [gedaagde] c.s. hebben dit gesteld en [eiseres] heeft dat betwist. Die betwisting is moeilijk te rijmen met de e-mail van [persoon E] van de gemeente van 10 juli 2024, waarin staat dat [eiseres] in het verleden een plan heeft ingediend om de bestemming zo te wijzigen dat de bedrijfswoning werd losgekoppeld van het recyclingbedrijf. Dit plan en de correspondentie daarover zijn niet door [eiseres] in het geding gebracht. De rechtbank zal [eiseres] opdragen om dat alsnog te doen. (artikel 22 lid 1 Rv).
6.De beslissing
- i) [persoon C] en/of enige andere persoon verbonden aan [makelaar] wist voordat [eiseres] de woning aan [adres 1] aan [gedaagde] c.s. verkocht dat die woning aan alleen bewoond mag worden door iemand die een relatie heeft met [bedrijf] ;
- ii) [eiseres] en/of enige andere persoon verbonden aan [makelaar] hebben voordat [eiseres] de woning aan [adres 1] aan [gedaagde] c.s. verkocht aan [gedaagde] c.s. verklaard dat [gedaagde] c.s. in de woning mochten wonen.
3 september 2025voor het nemen van de onder 6.1 bedoelde akte door [eiseres] en voor uitlating door [gedaagde] c.s. of [gedaagde] c.s. bewijs leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en/of door een ander bewijsmiddel,
bewijsstukkenoverleggen, zij die stukken op die roldatum direct bij akte in het geding brengen,
getuigenlaten horen, de namen van de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden september tot en met december 2025 opgeven, waarna dag en uur van de verhoren zullen worden bepaald,
alle partijenuiterlijk tien dagen voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,