In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 15 april 2025, wordt de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2008, verlengd. De zaak betreft de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West, die het verzoek indiende om de machtiging te verlengen voor de duur van de ondertoezichtstelling. De ouders van de minderjarige, die belast zijn met het ouderlijk gezag, hebben aangegeven dat zij graag willen dat hun kind weer thuis komt wonen. De kinderrechter heeft de zitting met gesloten deuren gehouden, waarbij de ouders en vertegenwoordigers van de GI aanwezig waren. De kinderrechter heeft vastgesteld dat, ondanks de inzet van hulpverlening, de zorgen over de sociale emotionele ontwikkeling van de minderjarige nog steeds aanwezig zijn. De kinderrechter oordeelt dat het noodzakelijk is om de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen, omdat de ontwikkelingsbedreiging in de thuissituatie onvoldoende is weggenomen. De kinderrechter benadrukt het belang van samenwerking tussen de ouders, de GI en de jeugdhulpaanbieder om te werken aan een veilige thuissituatie voor de minderjarige. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing direct geldt, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.