In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 25 juli 2025, wordt een verzoek behandeld van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond om de omgangsregeling tussen de vader en de minderjarige te wijzigen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige, geboren in 2013, momenteel onder toezicht staat en dat er zorgen zijn over haar veiligheid en ontwikkeling. De moeder is alleen belast met het ouderlijk gezag en de minderjarige woont bij haar. De kinderrechter heeft eerder besloten dat de ondertoezichtstelling van de minderjarige is verlengd tot 9 februari 2026. De vader heeft verzocht om contactherstel, maar de kinderrechter oordeelt dat de huidige omstandigheden, waaronder de veiligheid van de minderjarige, geen contact met de vader toelaten. De kinderrechter wijst het verzoek van de GI toe om de omgang voor de duur van de ondertoezichtstelling stop te zetten, omdat dit in het belang van de minderjarige noodzakelijk is. De kinderrechter benadrukt dat de minderjarige tijd en ruimte moet krijgen voor traumaverwerking en dat contactherstel voorlopig niet aan de orde is. De kinderrechter verklaart de beslissing uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat deze direct geldt, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De vader is ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot vervanging van de GI, maar dit verzoek wordt afgewezen, omdat de huidige jeugdbeschermer een vertrouwensband heeft met de minderjarige, wat essentieel is voor haar stabiliteit.