Op 31 juli 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van de Raad voor de Kinderbescherming regio Rotterdam-Rijnmond. De kinderrechter heeft besloten om [minderjarige 1] onder toezicht te stellen voor de duur van één jaar en een machtiging tot uithuisplaatsing te verlenen voor de duur van negen maanden. De kinderrechter oordeelt dat de ontwikkeling van [minderjarige 1] ernstig wordt bedreigd door de dynamiek tussen hem en zijn moeder, en dat begeleiding noodzakelijk is. De moeder heeft eerder hulpverlening afgewezen, maar erkent nu de noodzaak van begeleiding voor [minderjarige 1]. De kinderrechter heeft ook aandacht voor de andere minderjarigen in het gezin, maar besluit de beslissing over hun ondertoezichtstelling aan te houden tot er meer zicht is op de thuissituatie. De kinderrechter heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing direct geldt, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De Raad is verzocht om uiterlijk twee weken voor de pro forma-datum van 1 december 2025 te rapporteren over de actuele stand van zaken.