In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 31 juli 2025, wordt de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige besproken. De zaak betreft de minderjarige, geboren in 2008 op Curaçao, die momenteel verblijft in een woongroep bij Pameijer. De kinderrechter heeft de moeder als belanghebbende aangemerkt en heeft de procedure gevoerd met bijstand van een beëdigde tolk in de taal Papiamento, aangezien de moeder de Nederlandse taal niet voldoende machtig is. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd, met name op sociaal-emotioneel gebied. De GI heeft verzocht om de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen voor de duur van één jaar, wat door de moeder werd ondersteund. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de zorgen over de minderjarige substantieel zijn en dat continuïteit in zijn woonsituatie van groot belang is. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd tot 13 augustus 2026 en verklaarde de beschikking uitvoerbaar bij voorraad. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.