Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- verzoekster;
- mevrouw A. Strieder – Ghazi, werkzaam bij Geldplein (hierna: schuldhulpverlening).
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft verzoekster op 27 maart 2025 een verzoekschrift ingediend op basis van artikel 287b, eerste lid, van de Faillissementswet (Fw) voor een voorlopige voorziening. De rechtbank heeft de behandeling van het verzoekschrift oorspronkelijk gepland op 25 april 2025, maar deze is verplaatst naar 11 juni 2025 en vervolgens naar 29 juli 2025, omdat de schuldhulpverlening niet aanwezig was. Tijdens de zitting op 29 juli 2025 is de verweerster, Stichting Hef Wonen, niet verschenen. Verzoekster heeft verklaard dat zij recent een nieuwe baan heeft en haar huurbetalingen heeft voldaan, maar dat zij geen gebruik heeft gemaakt van het eerder toegewezen moratorium van zes maanden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de wet niet voorziet in een moratorium langer dan zes maanden en heeft het verzoek om een nieuw moratorium afgewezen. Tevens is verzoekster niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, omdat zij zich nog niet heeft aangemeld voor schuldhulpverlening. De rechtbank heeft de beslissing op 4 augustus 2025 openbaar uitgesproken.