ECLI:NL:RBROT:2025:10649

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
29 augustus 2025
Publicatiedatum
5 september 2025
Zaaknummer
11476553 CV EXPL 25-329
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van koopprijs met ambtshalve toetsing van informatieplichten en sancties

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 29 augustus 2025 uitspraak gedaan in een vordering tot betaling van een koopprijs door de gedaagde aan de eiseres, Alektum Capital II AG. De gedaagde had op 8 november 2020 kledingstukken gekocht via de website Wish.com en had gekozen voor een achteraf betaalmethode via Klarna. Na de overdracht van de vordering aan Alektum heeft de gedaagde, ondanks aanmaningen, het bedrag van € 90,64 niet betaald. Alektum vorderde dit bedrag, vermeerderd met rente en kosten. De gedaagde voerde aan dat hij al twee betalingen van € 45,00 had gedaan, maar kon dit niet onderbouwen.

De kantonrechter heeft de vordering van Alektum grotendeels toegewezen, maar heeft vastgesteld dat Alektum informatieplichten heeft geschonden. Hierdoor werd een korting van 20% op het aankoopbedrag toegepast. De rechter oordeelde dat de gedaagde in beginsel het aankoopbedrag verschuldigd was, maar dat de schending van informatieverplichtingen door Alektum leidde tot een vermindering van de betalingsverplichting. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van € 72,51, plus incassokosten en rente. De proceskosten werden ook aan de gedaagde opgelegd, omdat hij grotendeels ongelijk kreeg. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11476553 CV EXPL 25-329
datum uitspraak: 29 augustus 2025
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
de vennootschap naar buitenlands recht
Alektum Capital II AG,
vestigingsplaats: Zug (Zwitserland),
eiseres,
gemachtigde: Deurwaarderskantoor Van Lith B.V.,
tegen
[gedaagde],
woonplaats: [plaats] ,
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘Alektum’ en ‘ [gedaagde] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 17 december 2024, met bijlagen;
  • het antwoord;
  • de brief van Alektum van 24 juli 2025.
1.2.
Op 31 juli 2025 is de zaak tijdens een zitting besproken. Alektum heeft in de brief van 24 juli 2025 aangegeven niet aanwezig te zijn bij de zitting. Ter zitting is [gedaagde] ook niet verschenen. De kantonrechter heeft vonnis bepaald op 29 augustus 2025.

2.De beoordeling

Wat is de kern?
2.1.
[gedaagde] heeft op 8 november 2020 verschillende kledingstukken gekocht voor in totaal € 90,64 via de website van Wish.com (hierna: Wish). [gedaagde] heeft ervoor gekozen de koopprijs achteraf (in één keer) te betalen aan Klarna, een aanbieder van ‘achteraf betaalmethode’. Direct na het voltooien van de koopovereenkomst heeft Wish haar vordering op [gedaagde] aan Klarna overgedragen (middels een zogeheten cessie) en Klarna vervolgens aan Alektum. [gedaagde] heeft, ondanks aanmaningen, het aankoopbedrag niet betaald. In deze procedure eist Alektum dat [gedaagde] € 90,64 betaalt, met rente en kosten.
2.2.
[gedaagde] heeft bij antwoord aangevoerd dat hij twee keer € 45,00 heeft betaald aan Alektum.
2.3.
De kantonrechter wijst de vordering van Alektum grotendeels toe. Alektum heeft informatieplichten geschonden, waardoor een korting van 20% op het aankoopbedrag wordt toegepast. Hieronder wordt dit oordeel verder uitgelegd.
[gedaagde] is het aankoopbedrag in beginsel verschuldigd
2.4.
Dat [gedaagde] de bestelling heeft geplaatst en ontvangen, is door hem niet betwist. Dat staat dus tussen partijen vast.
2.5.
[gedaagde] heeft zijn stelling dat hij al € 90,00 heeft betaald niet onderbouwd. Het had op zijn weg gelegen om betaalbewijzen over te leggen. Dat is hem ook medegedeeld bij zijn mondeling antwoord. Dat heeft hij niet gedaan. Dat hij daartoe mogelijk niet in staat was omdat zijn bankrekening is gesloten, zoals hij bij antwoord nog heeft aangevoerd, komt voor zijn rekening en risico. Dit verweer van [gedaagde] wordt daarom verworpen.
Informatieverplichtingen
2.6.
De overeenkomst is gesloten op afstand. Van een overeenkomst op afstand is bijvoorbeeld sprake als deze via een website of telefonisch is aangegaan. Bij of voorafgaand aan het sluiten van deze overeenkomsten moet de handelaar bepaalde informatie aan de consument verstrekken [1] en deze informatie bevestigen op een duurzame gegevensdrager. Een duurzame gegevensdrager betekent dat de consument de informatie eenvoudig moet kunnen bewaren, zoals een e-mail of een brief.
2.7.
De Hoge Raad heeft beslist dat de rechter ambtshalve moet onderzoeken of aan een aantal informatieverplichtingen is voldaan. Het gaat dan om de informatie waaraan de wet een specifieke sanctie verbindt als deze niet wordt gegeven en om de informatie waaraan extra gewicht moet worden toegekend. Dit zijn de essentiële informatieverplichtingen. De Hoge Raad heeft ook beslist dat de rechter de overeenkomst geheel of gedeeltelijk moet vernietigen in die zin dat de betalingsverplichting van de consument wordt verminderd als er sprake is van een voldoende ernstige schending van zo’n verplichting. [2]
2.8.
De rechtbanken hebben naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad voor de schending van de essentiële informatieverplichtingen een sanctierichtlijn [3] opgesteld. Deze sanctierichtlijn houdt samengevat in dat de betalingsverplichting wordt verminderd met 20% bij maximaal drie voldoende ernstige schendingen en met 40% bij meer dan drie voldoende ernstige schendingen (exclusief de schending van de bestelknop). Bij de precontractuele informatieverplichtingen geldt dat meerdere voldoende ernstige schendingen van de essentiële informatieverplichtingen die onder dezelfde letter van artikel 6:230m lid 1 BW vallen samen worden geteld als één schending. Eventuele schendingen van de verplichting om de informatie te bevestigen op een duurzame gegevensdrager worden gerekend als één schending.
2.9.
Hierna zal worden beoordeeld of aan de informatieverplichtingen is voldaan. Alleen als er sprake is van een voldoende ernstige schending van een informatieverplichting, zal die informatieverplichting hierna worden besproken. Er wordt steeds een onderscheid gemaakt tussen het verstrekken van de informatie bij of voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst en het bevestigen van de informatie op een duurzame gegevensdrager.
De informatie opgenomen in de algemene voorwaarden wordt niet meegenomen in de beoordeling
2.10.
De kantonrechter neemt niet in haar beoordeling van de precontractuele informatieplichten mee wat er in de algemene voorwaarden is opgenomen, omdat [gedaagde] deze niet actief heeft geaccepteerd door bijvoorbeeld het aanklikken van een vinkje. [4] Weliswaar is onder de bestelknop opgenomen dat de consument akkoord gaat als het bestelproces wordt voortgezet, maar dit is naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende.
2.11.
Ook bij de bevestiging van de informatie op een duurzame gegevensdrager wordt de informatie die is opgenomen in de algemene voorwaarden buiten beschouwing gelaten, omdat uit de bestelbevestiging niet is gebleken dat deze bijvoorbeeld in pdf-vorm is verstrekt bij de bevestiging. Alektum heeft onvoldoende onderbouwd dat de algemene voorwaarden onderdeel uitmaken van de bevestiging van de informatie.
De contactgegevens van de handelaar precontractueel
2.12.
Op grond van artikel 6:230m lid 1 onder c BW moet contactinformatie van de handelaar worden verstrekt. Hierom moet ten minste een e-mailadres, telefoonnummer of een adres van een vestiging worden gegeven. Alektum heeft laten zien dat er tijdens het bestelproces contactinformatie wordt gegeven over Contextlogic Inc. Dit is echter niet het bedrijf waarmee [gedaagde] een overeenkomst heeft gesloten, zo blijkt uit de factuur. De overeenkomst is gesloten met Contextlogic B.V. en van dit bedrijf zijn geen contactgegevens vermeld in het bestelproces. De kantonrechter is daarom van oordeel dat artikel 6:230m lid 1 onder c BW is geschonden.
De contactgegevens van de handelaar op de duurzame gegevensdrager
2.13.
Ook op de gegevensdrager (in dit geval de bestelbevestiging) is geen e-mailadres, telefoonnummer of een adres van een vestiging van de handelaar (Contextlogic B.V.) opgenomen. Op de factuur die naar [gedaagde] is verzonden zijn alleen de gegevens van Klarna te vinden. De kantonrechter is daarom van oordeel dat artikel 6:230m lid 1 onder c BW in combinatie met 6:230v lid 7 BW is geschonden.
De wijze van levering op de duurzame gegevensdrager
2.14.
Op grond van artikel 6:230m lid 1 onder g in combinatie met artikel 6:230v lid 7 BW moet de verwachte levertermijn aan de consument worden verstrekt op een duurzame gegevensdrager. Aan deze verplichting kan ook worden voldaan door het sturen van een track-and-trace-code of een hyperlink. Uit de overgelegde stukken blijkt niet dat informatie is gegeven over de levering op de bestelbevestiging, waardoor de kantonrechter van oordeel is dat bij de bevestiging van de informatie artikel 6:230m lid 1 onder g is geschonden.
Het ontbindingsrecht op de duurzame gegevensdrager
2.15.
Op grond van artikel 6:230m lid 1 onder h in combinatie met artikel 6:230v lid 7 BW moet het recht van de consument om de overeenkomst binnen een bepaalde periode te ontbinden worden bevestigd op een duurzame gegevensdrager. Uit de tekst moet duidelijk blijken dat de consument het recht heeft te ontbinden, binnen welke termijn de consument mag ontbinden en op welke wijze de consument van het recht gebruik kan maken. Daarnaast moet het modelformulier worden bijgevoegd, eventueel in de vorm van een hyperlink die direct naar het formulier verwijst. In het modelformulier moeten de contactgegevens van eiseres zijn genoemd. Op de bestelbevestiging is geen informatie opgenomen over het herroepingsrecht. De kantonrechter is daarom van oordeel dat bij de bevestiging van de informatie artikel 6:230m lid 1 onder h BW is geschonden.
Conclusie essentiële informatieplichten
2.16.
De kantonrechter zal op grond van de hiervoor vastgestelde schendingen van informatieverplichtingen de overeenkomst met toepassing van de sanctierichtlijn gedeeltelijk vernietigen in die zin dat de betalingsverplichting van de consument wordt verminderd met 20%. Er is in dit geval namelijk sprake van minder dan vier voldoende ernstige schendingen. Er is één schending van de precontractuele informatie geconstateerd en drie schendingen van de informatie die in de bevestiging moeten worden verstrekt. Deze drie schendingen tellen echter als één schending, waardoor voor de toepassing van de Sanctierichtlijn twee schendingen zijn geconstateerd. Dat betekent dat € 72,51 aan hoofdsom toewijsbaar is (80% van € 90,64). De vordering zal in zoverre worden toegewezen.
[gedaagde] moet incassokosten van € 40,00 betalen
2.17.
De incassokosten van € 40,00 worden toegewezen, omdat aan alle voorwaarden is voldaan om deze kosten vergoed te krijgen (artikel 6:96 BW).
[gedaagde] moet rente betalen
2.18.
De rente wordt toegewezen, omdat Alektum genoeg heeft gesteld waaruit volgt dat deze moet worden betaald en [gedaagde] dat niet heeft betwist. De rente over de aangepaste hoofdsom (€ 72,51) is toewijsbaar vanaf 25 januari 2021 (volgens de factuur de uiterste betaaldatum) tot en met de dag dat [gedaagde] volledig heeft betaald.
Geen oneerlijke bepalingen
2.19.
De kantonrechter heeft onderzocht of er oneerlijke bepalingen zijn, maar die zijn er niet. Daarbij is alleen gekeken naar bepalingen die voor deze zaak van belang zouden kunnen zijn. Bepalingen die voor de beoordeling van de eis niet relevant zijn, heeft de kantonrechter dus niet getoetst.
[gedaagde] moet de proceskosten betalen
2.20.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde] , omdat hij voor het grootste deel ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot de kosten die [gedaagde] aan Alektum moet betalen op € 113,54 aan dagvaardingskosten, € 135,00 aan griffierecht, € 40,00 aan salaris voor de gemachtigde (1 punt x € 40,00) en € 20,00 aan nakosten. Dat is in totaal € 308,54. Hier kan nog een bedrag bij komen als dit vonnis wordt betekend.
Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad
2.21.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat Alektum dat eist en [gedaagde] daar geen bezwaar tegen heeft gemaakt (artikel 233 Rv). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Alektum te betalen € 112,51 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over een bedrag van € 72,51 vanaf 25 januari 2021 tot de dag dat volledig is betaald;
3.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, die aan de kant van Alektum worden begroot op € 308,54;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. van Kalmthout en in het openbaar uitgesproken.
64363

Voetnoten

1.Zie de artikelen 6:230m e.v. van het Burgerlijk Wetboek.
2.Hoge Raad 12 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1677.
3.Deze richtlijn is gepubliceerd op www.rechtspraak.nl.
4.Hof van Justitie van de Europese Unie, ECLI:EU:C:2022:112.