ECLI:NL:RBROT:2025:10678

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 augustus 2025
Publicatiedatum
8 september 2025
Zaaknummer
11603310 CV EXPL 25-6478
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen verstekvonnis inzake onbetaalde factuur en verzoek om inzage in financiële gegevens

In deze zaak heeft Infomedics B.V. [persoon A] gedagvaard vanwege een onbetaald gebleven factuur van € 450,- die voortkwam uit een geneeskundige behandelovereenkomst voor de minderjarige dochter van [persoon A] en zijn echtgenote. De vordering was gecedeerd aan Infomedics door de kliniek DKD. In een eerder verstekvonnis van 3 december 2024 zijn de vorderingen van Infomedics toegewezen, maar [persoon A] heeft verzet ingesteld, waarbij hij betwist dat er sprake is van een geldige cessie en dat hij het bedrag van € 450,- verschuldigd is. Hij heeft ook incidentele vorderingen ingediend, waaronder een verzoek om inzage in financiële gegevens van DKD.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de betekening van het verstekvonnis aan de echtgenote van [persoon A] niet als betekening in persoon geldt, waardoor de verzettermijn niet was verstreken. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Infomedics recht heeft op betaling van de factuur, omdat de cessie geldig was en de mededeling daarvan aan [persoon A] op de factuur was gedaan. [persoon A] heeft niet aangetoond dat hij al een betaling had gedaan of dat er een afspraak was gemaakt over de betaling. Het verstekvonnis is bekrachtigd en [persoon A] is veroordeeld in de proceskosten van de verzetprocedure, die op € 284,50 zijn begroot. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11603310 CV EXPL 25-6478
datum uitspraak: 15 augustus 2025
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Infomedics B.V.,
vestigingsplaats: Almere,
oorspronkelijk eiseres,
verweerster in het incident,
gemachtigde: mr. H.R. Yücesan,
tegen
[persoon A],
woonplaats: [woonplaats] ,
oorspronkelijk gedaagde,
eiser in het incident,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘Infomedics’ en ‘ [persoon A] ’ genoemd.

1.De procedure

Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 4 november 2024, met bijlagen;
  • het verstekvonnis van deze rechtbank van 3 december 2024 met zaaknummer 11406077 CV EXPL 24-28509;
  • de verzetdagvaarding van 27 februari 2025, met incidentele vorderingen, met bijlagen;
  • de conclusie van antwoord in oppositie, tevens conclusie van antwoord in de incidenten, met bijlagen;
  • de dupliek (repliek in oppositie), met bijlage.

2.De beoordeling

Waar gaat deze zaak over?
2.1.
Infomedics heeft [persoon A] en zijn echtgenote gedagvaard vanwege een onbetaald gebleven factuur van [naam kliniek] (DKD) van € 450,-. DKD heeft deze kosten in rekening gebracht op basis van een geneeskundige behandelovereenkomst voor de minderjarige dochter van [persoon A] en zijn echtgenote. DKD heeft de vordering gecedeerd aan Infomedics.
2.2.
In het verstekvonnis van 3 december 2024 zijn de vorderingen van Infomedics toegewezen. [persoon A] is het daar niet mee eens en heeft verzet ingesteld. Hij betwist dat er sprake is van een geldige cessie van de vordering aan DKD. Ook betwist hij dat hij aan DKD een bedrag van € 450,- moet betalen. Volgens hem heeft er wel een behandeling plaatsgevonden, maar is daarvoor al € 300,- betaald. Er is geen goede reden om een tweede bedrag, van maar liefst € 450,-, in rekening te brengen, terwijl alleen nog maar een recept is gevraagd.
2.3.
[persoon A] heeft twee incidenten opgeworpen. Ten eerste wilde hij dat deze zaak gevoegd zou worden met een andere procedure die aanhangig is bij deze rechtbank. Die vordering heeft hij later ingetrokken. Ten tweede – en die vordering is niet ingetrokken – wil hij dat Infomedics stukken overlegt. Hij wil een opgave van het totaalbedrag van de omzet van DKD en de bankafschriften voor de periode tussen het versturen van de eerste en de laatste declaratie toen DKD gevestigd was op het adres [adres] in Rotterdam.
Beoordeling in de hoofdzaak
[persoon A] is ontvankelijk in zijn verzet
2.4.
Volgens Infomedics heeft [persoon A] het verzet te laat ingesteld, omdat het verstekvonnis op 17 december 2023 is betekend aan zijn echtgenote. De betekening aan een huis- of echtgenote is echter geen betekening in persoon zoals bedoeld in artikel 143 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), ook niet als zij in de oorspronkelijke procedure ook procespartij was. Daarom is de verzettermijn voor [persoon A] niet al op 17 december 2023 gaan lopen. Infomedics heeft niets aangevoerd waaruit blijkt dat [persoon A] eerder dan vier weken vóór 27 februari 2025 een daad van bekendheid heeft verricht of dat de tenuitvoerlegging toen voltooid was. Daarom is [persoon A] tijdig in verzet gekomen en dus ontvankelijk.
Infomedics mag betaling van de factuur van DKD vorderen
2.5.
De kantonrechter oordeelt dat Infomedics betaling van de factuur van DKD mag vorderen, omdat de vordering van DKD op [persoon A] geldig gecedeerd is. Infomedics heeft laten zien dat tussen haar en DKD een akte is opgemaakt waarmee de vordering is gecedeerd. Artikel 3:94 van het Burgerlijk Wetboek (BW) vereist verder een mededeling aan – in dit geval – [persoon A] . Die mededeling is gedaan door vermelding daarvan op de factuur. Dat [persoon A] die factuur niet gezien heeft omdat zijn echtgenote die niet aan hem heeft laten zien, is een omstandigheid die voor risico van [persoon A] zelf komt. De mededeling is ook niet zodanig ‘verstopt’ (in kleine lettertjes) dat de kantonrechter daaraan het gevolg kan verbinden dat de cessie niet geldig is.
[persoon A] moet het bedrag van € 450,- betalen
2.6.
[persoon A] heeft niet betwist dat een geneeskundige behandelovereenkomst heeft bestaan tussen DKD en hem en zijn echtgenote als wettelijke vertegenwoordigers van hun minderjarige kind. [persoon A] heeft ook erkend dat een behandeling heeft plaatsgevonden. Hij stelt dat hij daarvoor een bedrag van € 300,- heeft betaald, maar Infomedics betwist dat en stelt dat DKD geen enkele betaling heeft ontvangen. Ook aan Infomedics is niets betaald. Het had dan op de weg van [persoon A] gelegen om te laten zien dat hij dit bedrag inderdaad heeft betaald, of dat de zorgverzekering dat heeft gedaan, en om welke factuur dat ging. Nu hij dat niet heeft gedaan, staat niet vast dat [persoon A] (al) iets aan DKD heeft betaald. Dat de factuur van € 450,- een tweede factuur zou zijn, staat daarmee ook niet vast.
2.7.
[persoon A] heeft daarnaast gesteld dat een afspraak zou gelden dat niet meer zou hoeven worden betaald dan wat de zorgverzekeraar vergoedt. Infomedics heeft ook dat betwist. Ook hier geldt dat [persoon A] dan had moeten onderbouwen dat zo’n afspraak inderdaad is gemaakt. Dat heeft hij niet gedaan. De kantonrechter gaat daarom aan die stelling voorbij.
Het verstekvonnis wordt bekrachtigd
2.8.
[persoon A] heeft in de verzetprocedure niets opgemerkt over de buitengerechtelijke kosten en rente. Nu hij de hoofdsom van € 450,- moet betalen, moet hij ook buitengerechtelijke kosten en rente betalen. Infomedics heeft aan alle vereisten voldaan om daar aanspraak op te maken.
2.9.
Het voorgaande betekent dat er geen reden is om het verstekvonnis van 3 december 2024 te vernietigen. De kantonrechter bekrachtigt dit vonnis dan ook.
In het incident
2.10.
[persoon A] heeft gevraagd om opgave van de totale omzet van DKD en om overlegging van de bankafschriften van Infomedics en DKD over de periode van de eerste tot en met de laatste declaratie toen DKD praktijk hield aan de [adres] in Rotterdam. Een vordering als deze is gebaseerd op 194-195a Rv.
2.11.
Uit artikel 194 lid 1 Rv volgt dat iemand inzage, een afschrift of uittreksel kan vragen in bepaalde gegevens, als diegene partij is bij een rechtsbetrekking en hij daar voldoende belang bij heeft. [persoon A] heeft zijn belang helemaal niet toegelicht. Alleen al daarom wordt deze incidentele vordering afgewezen. Daarnaast heeft [persoon A] niet gesteld, laat staan toegelicht, dat de gegevens waar hij om vraagt gegevens zijn die gaan over de onderhavige rechtstrekking die hij heeft (gehad) met DKD en/of Infomedics.
[persoon A] moet de proceskosten betalen
2.12.
De proceskosten in de verzetprocedure komen voor rekening van [persoon A] , omdat hij ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot de kosten die [persoon A] in de hoofdzaak aan Infomedics moet betalen op € 135,-aan salaris voor de gemachtigde (1 punt) en € 67,50 aan nakosten. De kosten in het incident begroot de kantonrechter op € 82,- aan salaris voor de gemachtigde. Dat is in totaal € 284,50. Hier kan nog een bedrag bij komen als dit vonnis wordt betekend.
Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad
2.13.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat Infomedics dat eist en [persoon A] daar geen bezwaar tegen heeft gemaakt (artikel 233 Rv). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
in de hoofdzaak:
3.1.
bekrachtigt het op 3 december 2024 tussen de partijen gewezen verstekvonnis met zaaknummer 11406077 CV EXPL 24-28509;
in het incident:
3.2.
wijst de vordering van [persoon A] af;
in de hoofdzaak en het incident:
3.3.
veroordeelt [persoon A] in de kosten van de verzetprocedure, die aan de kant van Infomedics worden begroot op € 284,50;
3.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.W.M. Laurijssens en in het openbaar uitgesproken.
51909