Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 september 2025 in de zaak tussen
[eiseres], uit Nieuw-Buinen, eiseres
de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, voorheen
(gemachtigde: mr. M.N. Versteegen),
de Staat der Nederlanden (de minister van Justitie en Veiligheid).
Inleiding
Procesverloop
Totstandkoming van het besluit
“Datum en tijdstip van de bevinding: 11 maart 2022 omstreeks 04:40 tot 05:40.
BevindingenIk, toezichthouder en dierenarts werkzaam bij de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA), stond tijdens de post mortem (PM) keuring van 4:30u tot 04:45 op de bij Plukon Goor BV gebruikelijke plaats waar de voetzoollaesies beoordeeld kunnen worden. Minimaal 50% (91,5% als gemiddelde van 2 tellingen) van de door mij gecontroleerde dieren vertoonden een of meerdere vormen van contactdermatitis, die wijzen op slechte dierenwelzijnsomstandigheden op de houderij. Ik zag aan en stelde hier, bij de voorbijkomende karkassen van het koppel de volgende afwijkingen, vast:
“Datum en tijdstip van de bevinding: 11 maart 2022 omstreeks 06:20 tot 07:20 uur.
Bevindingen
Beoordeling door de rechtbank
ernstigehakdermatitis. Ook in de besluitvorming van verweerder of in het verweerschrift is hierop geen nadere toelichting gegeven; verweerder is hierin met name ingegaan op voetzoollaesies. De onduidelijkheden in de rapporten, met name voor wat betreft de aantallen, zijn temeer van belang nu verweerder kennelijk pas de conclusie trekt dat geen passende maatregelen met betrekking tot het verbeteren van het dierenwelzijn zijn genomen als bij minimaal 50% van de gecontroleerde dieren een ernstige aandoening is aangetroffen.
Conclusie en gevolgen