Op 4 september 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de toelating van een verzoeker tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). De verzoeker, die zich in een problematische schuldensituatie bevindt met een schuldenlast van € 16.986,92, heeft verzocht om toelating tot de WSNP. Tijdens de zitting op 18 augustus 2025 zijn de verzoeker en zijn schuldhulpverlener verschenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeker niet te goeder trouw is geweest bij het ontstaan van zijn schulden, met name door een schuld aan de Belastingdienst en het CJIB. Echter, de rechtbank heeft ook geconstateerd dat de verzoeker onder budgetbeheer staat en dat zijn budgetbeheerder hem zal helpen bij het nakomen van de verplichtingen uit de WSNP. Hierdoor heeft de rechtbank besloten om het verzoek tot toelating tot de WSNP toe te wijzen, ondanks de tekortkomingen in de goede trouw van de verzoeker.
De rechtbank heeft het verzoek van de verzoeker om de ingangsdatum van de WSNP vast te stellen op 22 oktober 2024 afgewezen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verzoeker niet heeft voldaan aan de afdrachtverplichting en dat er onvoldoende bewijs is dat hij zich maximaal heeft ingespannen om zijn schulden af te lossen. De rechtbank heeft de ingangsdatum van de WSNP vastgesteld op 4 september 2025, met een looptijd van achttien maanden. De rechtbank heeft ook een bewindvoerder en een rechter-commissaris benoemd om toezicht te houden op de uitvoering van de WSNP. De beslissing is openbaar uitgesproken en de verzoeker heeft het recht om binnen acht dagen hoger beroep in te stellen.