Op 21 augustus 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam een voorlopige voorziening toegewezen in een faillissementszaak. Verzoeker had op 24 juli 2025 een verzoekschrift ingediend op basis van artikel 284 van de Faillissementswet (Fw) en artikel 287, vierde lid, Fw, waarin hij vroeg om een voorlopige voorziening bij voorraad. De rechtbank heeft de behandeling van het verzoek op 18 augustus 2025 bepaald. GGN Mastering Credit B.V. heeft namens de verhuurder, [verhuurder], laten weten dat zij instemmen met het verzoek, mits de huur tijdig wordt voldaan. Tijdens de zitting zijn verschillende partijen gehoord, waaronder de verzoeker en zijn advocaat. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker onder beschermingsbewind staat en dat zijn bewindvoerder zorgdraagt voor de betaling van de huur. De rechtbank heeft geoordeeld dat verzoeker voldoende inkomsten heeft om de huur te voldoen en dat er een spoedeisende situatie is, gezien het vonnis van 1 augustus 2023 tot ontruiming van de woning. De rechtbank heeft de belangen van verzoeker zwaarder laten wegen dan die van de verhuurder, en heeft de voorlopige voorziening toegewezen onder de voorwaarde dat de huurtermijnen tijdig worden voldaan. De voorziening geldt totdat er een onherroepelijke beslissing is genomen op het verzoek tot toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling, dat op 30 september 2025 zal worden behandeld.