Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De beoordeling
2.De beslissing
woensdag 6 augustus 2025 om 11.30 uur, waarvoor [verzoeker] [verweerster] met een exploot moet oproepen;
Rechtbank Rotterdam
Op 30 juni 2025 ontving de Rechtbank Rotterdam een verzoekschrift van [verzoeker], waarin hij [verweerster] verzocht te veroordelen tot betaling van loon, inclusief nevenverzoeken. De rechtbank oordeelde echter dat dit verzoekschrift niet correct was, aangezien een dagvaarding vereist was voor deze procedure, zoals bepaald in artikel 78 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De kantonrechter gaf [verzoeker] de kans om [verweerster] alsnog via een exploot door de deurwaarder op te roepen, conform artikel 45 Rv. Tevens werd bepaald dat de procedure als dagvaardingsprocedure zou worden voortgezet, waarbij [verzoeker] zijn stellingen mocht aanpassen aan de geldende regels voor deze procedure.
De kantonrechter stelde dat als er op de datum van de beslissing geen oproepingsexploot van [verzoeker] was ontvangen, hij niet ontvankelijk zou worden verklaard in zijn verzoek en de zaak niet inhoudelijk zou worden beoordeeld. De beslissing werd op 11 juli 2025 genomen, waarbij de kantonrechter de zaak naar de rolzitting verwees en bepaalde dat [verzoeker] [verweerster] met een exploot moest oproepen. De verdere beslissing werd aangehouden. Deze beschikking werd uitgesproken door mr. C.J. Frikkee in het openbaar.