In deze zaak heeft de kantonrechter op 16 september 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een werkneemster en haar werkgever. De werkneemster, woonachtig in Schoonhoven, heeft de werkgever aangeklaagd om toekenning van ouderschapsverlof op vrijdag vanaf 3 oktober 2025 tot 1 juni 2026 en vakantiedagen voor de periode na haar bevallingsverlof tot 1 oktober 2025. De werkgever, gevestigd in Schiedam, heeft deze verzoeken afgewezen, wat leidde tot de rechtszaak. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de werkneemster spoedeisend belang heeft bij de beslissing, aangezien haar bevallingsverlof eindigt op 17 september 2025. De rechter heeft geoordeeld dat de werkgever niet tijdig en op de juiste wijze heeft gereageerd op de verzoeken van de werkneemster, waardoor de eisen van de werkneemster zijn toegewezen. De kantonrechter heeft de werkgever veroordeeld tot het toekennen van het ouderschapsverlof en de vakantiedagen, evenals tot betaling van buitengerechtelijke kosten en proceskosten. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de werkgever onmiddellijk moet voldoen aan de veroordelingen, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De beslissing is ondertekend door de kantonrechter op 18 september 2025.