Op 4 september 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking uitgesproken in een zaak betreffende de gedeeltelijke gezagsuitoefening over een minderjarige, geboren in 2010. De zaak werd behandeld door de kinderrechter, waarbij de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (GI) betrokken was. De ouders van de minderjarige, de moeder en de vader, zijn niet verschenen op de zitting, ondanks dat zij correct waren opgeroepen. De kinderrechter heeft de minderjarige gehoord en vastgesteld dat zij in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder verblijft. De ouders hebben geen contact meer met de GI en zijn niet bereikbaar voor belangrijke beslissingen die noodzakelijk zijn voor het welzijn van de minderjarige.
De GI heeft verzocht om gedeeltelijke gezagsuitoefening met betrekking tot de aanmelding bij een onderwijsinstelling en toestemming voor medische behandelingen. De kinderrechter heeft geoordeeld dat het noodzakelijk is om het gezag gedeeltelijk over te dragen aan de GI, gezien de omstandigheden en het gebrek aan contact met de ouders. Tevens is mr. W.R. Arema benoemd als bijzondere curator om de belangen van de minderjarige te behartigen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing direct geldt, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De kinderrechter heeft de GI belast met het gezag over de minderjarige voor de duur van de machtiging tot uithuisplaatsing, tot 19 mei 2026.