ECLI:NL:RBROT:2025:11504
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Boete opgelegd aan vennootschap onder firma wegens overtreding van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag met betrekking tot werknemers
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 30 september 2025, wordt een boete van € 64.125,00 opgelegd aan de vennootschap onder firma Snackbar "[naam horecagelegenheid]" wegens overtreding van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Wml). De rechtbank oordeelt dat de verweerder bevoegd was om de boete op te leggen en dat de verklaringen van werknemers als bewijs gebruikt mochten worden. Eiseres, die geen natuurlijke persoon is, voerde aan dat de boete gematigd of kwijtgescholden moest worden, maar de rechtbank oordeelt dat er geen reden is voor matiging. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat de boete rechtmatig is opgelegd. De zaak betreft een administratieve procedure waarin de rechtbank de bevoegdheid van de verweerder, de hoogte van de boete en de betalingsregeling beoordeelt. De rechtbank stelt vast dat de eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij op het moment van de boeteoplegging al was uitgeschreven uit het handelsregister, en dat de verklaringen van de werknemers niet onrechtmatig zijn verkregen. De rechtbank wijst de beroepsgronden van eiseres af en bevestigt de opgelegde boete en de betalingsregeling.