ECLI:NL:RBROT:2025:11942

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
9 oktober 2025
Publicatiedatum
14 oktober 2025
Zaaknummer
FT RK 23-309
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Omzetting faillissement naar WSNP met positieve ontwikkelingen van verzoeker

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 9 oktober 2025 uitspraak gedaan over het verzoek van een failliete verzoeker tot opheffing van zijn faillissement en de toepassing van de schuldsaneringsregeling (WSNP). De verzoeker, die op 27 juni 2023 failliet was verklaard, heeft een verzoekschrift ingediend om zijn faillissement op te heffen en tegelijkertijd de WSNP toe te passen. Tijdens de zitting op 29 september 2025 zijn de verzoeker, zijn curator mr. A.C.L. Beneder en de beschermingsbewindvoerder mevrouw S. Kroon gehoord. De curator heeft positief geadviseerd over de omzetting, waarbij hij opmerkte dat de verzoeker zich voldoende had ingespannen en medewerking had verleend tijdens het faillissement. De verzoeker heeft verklaard dat hij destijds niet op het faillissementsverzoek heeft gereageerd vanwege persoonlijke omstandigheden, waaronder een gebrek aan een vaste woonplaats en een depressie. Hij heeft inmiddels positieve stappen gezet, zoals het verkrijgen van een vaste woonplaats en werk als stoffeerder.

De rechtbank heeft beoordeeld of de verzoeker ontvankelijk is in zijn verzoek op basis van artikel 15b van de Faillissementswet. De rechtbank concludeert dat de verzoeker niet op eigen aangifte failliet is verklaard en dat er geen verificatievergadering heeft plaatsgevonden. Gezien de persoonlijke omstandigheden van de verzoeker oordeelt de rechtbank dat het niet indienen van een WSNP-verzoek niet geheel aan hem kan worden toegerekend. De rechtbank heeft het verzoek tot opheffing van het faillissement en de toepassing van de WSNP toegewezen, met een looptijd van 18 maanden, ingaande op de datum van de uitspraak. De rechtbank heeft ook het salaris van de curator vastgesteld en de bewindvoerder benoemd. De ingangsdatum van de schuldsaneringsregeling is vastgesteld op 9 oktober 2025, met een einddatum op 9 april 2027.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
toepassing schuldsaneringsregeling na faillissement
insolventienummer: [insolventienummer 1] (voorheen [insolventienummer 2] )
uitspraakdatum: 9 oktober 2025
[verzoeker],
wonende te [adres]
[postcode] [plaats] ,
verzoeker,
curator: mr. A.C.L. Beneder.

1.De procedure

Verzoeker heeft een verzoekschrift ingediend tot opheffing van zijn op 27 juni 2023 uitgesproken faillissement onder het gelijktijdig uitspreken van de toepassing van de schuldsaneringsregeling.
Ter zitting van 29 september 2025 zijn verschenen en gehoord:
  • verzoeker;
  • mevrouw S. Kroon, beschermingsbewindvoerder;
  • de heer mr. A. Beneder, curator.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.Standpunten

Standpunt curator
De curator adviseert positief ten aanzien van de omzetting. Er was geen administratie en de begin periode verliep wat stroef. Uiteindelijk heeft verzoeker de draad opgepakt, zich voldoende ingespannen tijdens het faillissement en alle noodzakelijke medewerking verleend.
Standpunt verzoeker
Verzoeker heeft desgevraagd verklaard dat hij destijds niets met het tegen hem ingediende faillissementsverzoek heeft gedaan. Dit vanwege schaamte, maar ook gelet op zijn persoonlijke omstandigheden. Verzoeker had in die periode namelijk geen vaste woon- en verblijfplaats. Bovendien kampte hij met een depressie. Hij wenst een oplossing voor zijn schulden en heeft in dat kader ook positieve ontwikkelingen in gang gezet. Zo staat hij inmiddels al ongeveer een jaar onder beschermingsbewind, wat goed verloopt. Ook werkt hij inmiddels als stoffeerder en heeft hij een vaste woonplaats.
Standpunt beschermingsbewindvoerder
De beschermingsbewindvoerder heeft ter zitting verklaard dat het beschermingsbewind goed verloopt. Verzoeker werkt goed mee. Teneinde de schuldenproblematiek op te lossen is het belangrijk om verdere stappen te zetten. Daarom is het omzettingsverzoek ingediend.

3.De beoordeling

Ontvankelijkheid verzoek
Voordat de rechtbank het verzoek inhoudelijk kan behandelen, dient de vraag te worden beantwoord of verzoeker een beroep op artikel 15b, eerste lid van de Faillissementswet (hierna: Fw) toekomt. De voorwaarde die de wet in artikel 15b, eerste lid, Fw stelt, is dat, wanneer een verzoeker niet op eigen aangifte maar op rekest failliet is verklaard, wordt vastgesteld dat redelijkerwijs niet geoordeeld kan worden dat de gefailleerde wegens hem toe te rekenen omstandigheden binnen de termijn als bedoeld in artikel 3, eerste lid, Fw geen verzoekschrift tot het van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling heeft ingediend. Daarnaast stelt de wet als voorwaarde dat geen verificatievergadering is gehouden, noch dat de rechter-commissaris een beschikking als bedoeld in artikel 137a, eerste lid Fw heeft gegeven.
De rechtbank stelt vast dat het faillissement niet op eigen aangifte van verzoeker is uitgesproken. Voorts stelt de rechtbank vast dat geen verificatievergadering is gehouden, noch dat de rechter-commissaris een beschikking als bedoeld in artikel 137a, eerste lid, Fw heeft gegeven.
Gelet op de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting oordeelt de rechtbank dat in dit geval redelijkerwijs niet geoordeeld kan worden dat verzoeker wegens zijn toe te rekenen omstandigheden binnen de termijn als bedoeld in artikel 3, eerste lid, Fw, geen WSNP-verzoek heeft ingediend. Uit het dossier en het verhandelde ter zitting is gebleken dat verzoeker rond de periode van de faillissementsaanvraag in een moeilijke persoonlijke situatie zat. Zo had hij op dat moment geen vaste woonplaats. De rechtbank oordeelt dat het destijds niet indienen van een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling verzoeker daarom niet geheel is toe te rekenen. Daarmee is voldaan aan het vereiste van artikel 15b lid 1 Fw.
De curator heeft vastgesteld dat een akkoord binnen het faillissement niet tot de mogelijkheden behoort.
Verzoeker is daarom ontvankelijk in zijn verzoek.
Toelating tot de WSNP
De curator adviseert positief ten aanzien van het omzettingsverzoek. Verzoeker werkt als stoffeerder en draagt aan de boedel af. Verzoeker heeft hulp gezocht in de vorm van beschermingsbewind en daarmee positieve ontwikkelingen in gang gezet. Uit het dossier en het verhandelde ter zitting is voldoende aannemelijk geworden dat verzoeker de uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen naar behoren zal nakomen om aldus in aanmerking te komen voor de schone lei en van zijn schulden af te komen.
De rechtbank oordeelt dat er geen, althans onvoldoende, grond is gebleken voor afwijzing van het verzoek tot opheffing van het op 27 juni 2023 uitgesproken faillissement onder het gelijktijdig uitspreken van de toepassing van de schuldsaneringsregeling.
De rechtbank zal het verzoek daarom toewijzen en het salaris van de curator en de verschotten vaststellen.
De duur van de WSNP
Het WSNP-traject duurt in principe 18 maanden. De Faillissementswet bepaalt dat de termijn van de WSNP in beginsel ingaat op de dag van dit vonnis. De rechtbank kan de termijn van de schuldsaneringsregeling verkorten. Daarbij hanteert de rechtbank als uitgangspunt dat niet alleen het deel van het inkomen aan de boedel is afgedragen dat boven het vrij te laten bedrag uitgaat, maar ook dat de uit het faillissement voortvloeide verplichtingen zijn nagekomen. Verzoeker dient zich in het faillissement ook zodanig te hebben gedragen en ingespannen dat hij zoveel mogelijk aan de boedel heeft afgedragen als ware sprake was van een schuldsaneringsregeling (Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden d.d. 20 mei 2025, ECLI:NL:GHARL:2025:3075).
De rechtbank stelt vast dat verzoeker niet om een verkorting van de schuldsaneringsregeling heeft verzocht. Ook ziet de rechtbank in dit geval geen aanleiding om de schuldsaneringsregeling te verkorten. De rechtbank heeft daarbij in haar oordeel betrokken dat de administratie van verzoeker niet voldoet aan de eisen zoals genoemd in artikel 3:15i BW. Bovendien kan de rechtbank niet controleren of er maximaal is afgedragen. Er is geen berekening van het vrij te laten bedrag met onderliggende stukken overgelegd. Ook volgt uit het dossier niet hoeveel uur verzoeker werkt.

4.De beslissing

De rechtbank:
- heft het faillissement van verzoeker op;
- stelt het salaris van de curator en de verschotten definitief vast op € 5.534,74 (exclusief de daarover verschuldigde omzetbelasting) en brengt dit bedrag ten laste van schuldenaar;
- spreekt de toepassing van de schuldsaneringsregeling uit ten aanzien van:
[verzoeker] ,
geboren op [geboortedatum] -1983 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] ,
[postcode] [plaats] ,
- benoemt in de schuldsaneringsregeling van schuldenaar tot rechter-commissaris
mr. E.A. Vroom;
- en stelt aan tot bewindvoerder N.N. van Klaveren,
postadres: Postbus 136,
2990 AC Barendrecht;
- stelt de ingangsdatum van de schuldsaneringsregeling vast op 9 oktober 2025 en de einddatum op 9 april 2027;
- kent toe, voor zover de boedel dit toelaat, een voorschot op de vergoeding van de bewindvoerder van een telkens aan het eind van de maand opeisbaar bedrag. Dit bedrag is gelijk aan 1/19e deel van de overeenkomstig artikel 2 van het Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering (Staatsblad 2013, 308) te berekenen vergoeding, verhoogd met de verschuldigde omzetbelasting;
- geeft last aan de bewindvoerder tot het openen van aan schuldenaar gerichte brieven en telegrammen.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. de Jong, rechter, en in aanwezigheid van mr. T.M.M. de Laat, griffier, in het openbaar uitgesproken op 9 oktober 2025.