ECLI:NL:RBROT:2025:12323

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 oktober 2025
Publicatiedatum
21 oktober 2025
Zaaknummer
11852025 GZ VERZ 25-7203
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van bewind vanwege verkwisting en problematische schulden met voorwaarden voor financiële begeleiding

Op 21 oktober 2025 heeft de kantonrechter te Rotterdam een beschikking gegeven inzake het verzoek tot instelling van bewind over de goederen van betrokkene, geboren in 1982. Het verzoekschrift is op 25 augustus 2025 ingediend, vergezeld van een bereidverklaring van de voorgestelde bewindvoerder en aanvullende gegevens die op 20 oktober 2025 zijn ontvangen. De kantonrechter heeft besloten zonder zitting te oordelen op basis van de ingediende stukken.

De beoordeling van het verzoek heeft uitgewezen dat betrokkene niet in staat is haar vermogensrechtelijke belangen adequaat waar te nemen, mede door problematische schulden. De schuldeisers hebben ingestemd met een nulaanbod, onder de voorwaarde dat er gedurende minimaal 18 maanden goede financiële begeleiding beschikbaar is. Dit bewind is noodzakelijk voor de financiële stabiliteit van betrokkene, die na een periode van schuldenproblematiek behoefte heeft aan rust om te werken aan haar zelfredzaamheid.

De kantonrechter heeft het bewind ingesteld voor de duur van 24 maanden, met de mogelijkheid tot eerdere beëindiging indien betrokkene voldoende zelfredzaam blijkt. De beschikking bevat ook bepalingen over de beloning van de bewindvoerder, die is vastgesteld op € 660,00 exclusief btw voor de aanvangswerkzaamheden, en de jaarbeloning volgens de geldende regeling. De beschikking is gegeven door mr. C.J. Frikkee en kan in hoger beroep worden aangevochten bij het gerechtshof Den Haag binnen drie maanden na de datum van de beschikking.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 11852025 GZ VERZ 25-7203
uitspraak: 21 oktober 2025

beschikking van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,

inzake het verzoek van:

[betrokkene] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1982,
wonende te [postcode 1] [plaats 1] , [adres] ,
hierna te noemen betrokkene,
tot instelling van een bewind over haar goederen.

Verloop van de procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
1. het verzoekschrift met bijlagen dat ter griffie is binnengekomen op 25 augustus 2025;
2. een bereidverklaring van de voorgestelde bewindvoerder;
3. aanvullende gegevens van de voorgestelde bewindvoerder ingekomen op 20 oktober 2025.
De kantonrechter ziet geen aanleiding om een zitting te gelasten en zal op grond van de stukken beslissen.

Beoordeling van het verzoek

Uit de processtukken is voldoende aannemelijk geworden dat betrokkene nog niet in staat is ten volle haar vermogensrechtelijke belangen behoorlijk waar te nemen. Er is sprake geweest van problematische schulden. De schuldeisers van betrokkene zijn akkoord gegaan met een nulaanbod met als voorwaarde dat er voor minimaal 18 maanden goede financiële begeleiding beschikbaar blijft. Betrokkene heeft ook voor de komende periode behoefte aan financiële stabiliteit en rust, na een periode van langdurige schuldenproblematiek. Als de rust is weergekeerd kan zij ook gaan kan werken aan financiële zelfredzaamheid. Daarvoor is dit bewind in de gegeven situatie noodzakelijk. Dit heeft betrokkene erkend en blijkt ook uit de verwijzing van de gemeente (schuldhulpverlening) naar de bewindvoerder.
De kantonrechter zal bewind instellen op grond van verkwisting of het hebben van problematische schulden
voor de duur van 24 maanden. Dat kan eerder worden beëindigd, als betrokkene voldoende zelfredzaam is. Op grond van artikel 1:449 lid 1 BW eindigt het bewind door het verstrijken van de tijdsduur waarvoor het is ingesteld of door eerdere opheffing door de kantonrechter (artikel 1:449 lid 2 BW). Desgewenst kunnen betrokkene en/of de bewindvoerder, uiterlijk twee maanden voor het einde van het bewind, een (met stukken) onderbouwd verzoek om verlenging van het bewind indienen (artikel 1:449 lid 3 BW).
Uit de processtukken is opgemaakt dat betrokkene wel in staat is om de rekening en verantwoording te begrijpen en te beoordelen.
Uit de processtukken is opgemaakt dat betrokkene wel in staat is toestemming te geven als bedoeld in artikel 1:441 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek.
Tegen benoeming van de voorgestelde bewindvoerder zijn geen bezwaren gerezen.
De kantonrechter zal de beloning van de bewindvoerder voor de aanvangswerkzaamheden vaststellen overeenkomstig artikel 3 lid 5 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren, ten bedrage van € 660,00 ex btw.
Omdat er al sprake is van een geaccepteerd nulaanbod zal de kantonrechter de jaarbeloning van de bewindvoerder, inclusief onkostenvergoeding en exclusief omzetbelasting voor zover van toepassing, vaststellen overeenkomstig artikel 3 lid 2 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren (basistarief).

Beslissing

De kantonrechter:
stelt alle goederen die (zullen) toebehoren aan
[betrokkene]voornoemd onder bewind wegens verkwisting of het hebben van problematische schulden voor de duur van 24 maanden, uiterlijk tot
23 oktober 2027, waarna het bewind zal zijn opgeheven;
benoemt tot bewindvoerder:
[naam bewindvoerder] h.o.d.n. [handelsnaam],
Postbus 132, [postcode 2] [plaats 2] ;
stelt de beloning van de bewindvoerder voor de aanvangswerkzaamheden vast overeenkomstig artikel 3 lid 5 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren, ten bedrage van € 660,00 ex btw;
stelt de jaarbeloning van de bewindvoerder vast overeenkomstig artikel 3 lid 2 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren;
bepaalt dat deze beschikking door de griffier wordt ingeschreven in het openbare centrale curatele- en bewindregister.
Deze beschikking is gegeven door mr. C.J. Frikkee, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
834
Verzonden op:
Tegen deze beschikking kan in hoger beroep worden gegaan bij het gerechtshof Den Haag. Dit kan alleen worden ingesteld door een advocaat. Verzoeker en degenen aan wie een kopie van de beschikking is verstrekt moeten hoger beroep instellen binnen drie maanden na de datum van de beschikking. Voor andere belanghebbenden moet dit binnen drie maanden nadat zij van de beschikking op de hoogte zijn geraakt.