Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- vrijspraak van het onder primair, impliciet primair ten laste gelegde (moord);
- bewezenverklaring van het onder primair, impliciet subsidiair ten laste gelegde (doodslag);
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 14 jaar met aftrek van voorarrest.
4.Ontvankelijkheid officier van justitie
5.Waardering van het bewijs
misdaad-instrumentenlagen. Op de camerabeelden van [restaurant] lijkt zichtbaar dat een persoon die een reflecterend veiligheidshesje draagt, zoals parkeerwachters daar plegen te dragen, twee andere personen de plek aanwijst waar [getuige 1] eerder heeft gebukt. Volgens de uit Marokko ontvangen informatie zijn op die plek twee messen aangetroffen. Forensisch onderzoek heeft uitgewezen dat het genetisch profiel dat is verkregen van één van die twee messen volledig overeenkomt met het genetisch profiel van het bloed van het slachtoffer.
of omstreeks31 juli 2023 op (een weg lopende langs) het Sfiha strand
te Ajdir,
opzettelijkheeft mishandeld door die [slachtoffer]
(meermalen)met een mes,
althans een scherp en/of puntig voorwerp,in
het hart en/ofde borst
, althans het lichaam,te steken, terwijl het feit de dood ten gevolge heeft gehad.
6.Strafbaarheid feit
7.Strafbaarheid verdachte
8.Motivering straf
9.Vorderingen benadeelde partijen / schadevergoedingsmaatregelen
- € 1.564,92 kosten lijkbezorging;
- € 30.000,- shockschade;
- € 17.500,- affectieschade;
- € 5.000,- nader te onderbouwen schade.
- € 30.000,- shockschade;
- € 17.500,- affectieschade;
- € 5.000,- nader te onderbouwen schade.
- € 2.382,33 verlies aan verdienvermogen;
- € 30.000,- shockschade;
- € 20.000,- affectieschade;
- € 5.000,- nader te onderbouwen schade.
- € 4.866,- kosten lijkbezorging;
- € 5.000,- nader te onderbouwen schade.
rechtstreeksschade heeft geleden door het bewezen verklaarde feit. Wel is de benadeelde partij – zoals hiervoor is overwogen met betrekking tot de gevorderde affectieschade – gelet op het bepaalde in artikel 6:108, leden 3 en 4 BW aan te merken als naaste. Echter, deze gevorderde schade valt niet onder de reikwijdte van de in dat artikel bedoelde vorderingen. De benadeelde partij zal niet-ontvankelijk worden verklaard in dit deel van de vordering.
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren;
€ 19.064,92 (zegge: negentienduizend vierenzestig euro en tweeënnegentig cent), bestaande uit € 1.564,92 aan materiële schade en € 17.500,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 31 juli 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij 1] te betalen
€ 19.064,92(hoofdsom,
zegge:
negentienduizend vierenzestig euro en tweeënnegentig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 juli 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 19.064,92 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
116 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 17.500,- (zegge: zeventienduizend vijfhonderd euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 31 juli 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij 2] te betalen
€ 17.500,-(hoofdsom,
zegge:
zeventienduizend vijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 juli 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 17.500,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
108 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 20.000,- (zegge: twintigduizend euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 31 juli 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij 3] te betalen
€ 20.000,-(hoofdsom,
zegge:
twintigduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 juli 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
118 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 1.437,- (zegge: duizend vierhonderdzevenendertig euro), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 31 juli 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij 4] te betalen
€ 1.437,-(hoofdsom,
zegge:
duizend vierhonderdzevenendertig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 juli 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 1.437,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
23 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;