ECLI:NL:RBROT:2025:12423
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring in bezwaar omgevingsvergunning voor functiewijziging van een pand aan een horecastraat
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 23 oktober 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen de niet-ontvankelijk verklaring van eiser in zijn bezwaar tegen een verleende omgevingsvergunning. De vergunning betreft de interne verbouwing en functiewijziging van een pand aan een horecastraat van wonen naar logies. Eiser, eigenaar van een nabijgelegen bedrijfspand, is van mening dat hij overlast ondervindt door de vergunningverlening en is het niet eens met de beslissing van het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam om hem niet-ontvankelijk te verklaren in zijn bezwaar. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser geen belanghebbende is in de zin van artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat hij niet kan aantonen dat hij gevolgen van enige betekenis ondervindt van de vergunningverlening. De afstand van zijn bedrijfspand tot het bouwplan is meer dan 300 meter, en de rechtbank concludeert dat de overlast die eiser ervaart niet direct gerelateerd is aan de vergunning. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard, en de rechtbank heeft de beslissing van het college in stand gelaten. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.