Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 191 dagen met aftrek van voorarrest, alsmede oplegging van de maatregel terbeschikkingstelling (hierna: TBS) met bevel tot dwangverpleging;
- oplegging van vrijheidsbeperkende maatregelen van artikel 38v Wetboek van Strafrecht (hierna ook: Sr) voor de duur van twee jaren met een vervangende hechtenis van 14 dagen per overtreding van deze maatregel met een totale maximale duur van ten hoogste zes maanden en dadelijke uitvoerbaarheid, inhoudende een contactverbod met aangever en locatieverbod voor de Nassauhaven te Rotterdam;
- afwijzing van de vordering tot tenuitvoerlegging in de zaak met parketnummer 10-129051-23.
4.Waardering van het bewijs
/of[slachtoffer 2] heeft mishandeld door
één ofmeermalen, met een
te steken en/ofte snijden;
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf en maatregel
- een gebiedsgebod voor de Nassauhaven te Rotterdam;
- zich te onthouden van direct of indirect contact met [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 2] 1966.
8.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
9.Vordering tenuitvoerlegging
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 219 (tweehonderdnegentien) dagen;
28 (achtentwintig) dagenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
- de veroordeelde zal zich melden bij een door Reclassering Nederland, Stichting Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering, aan te wijzen instantie, zolang en frequent als die reclasseringstelling noodzakelijk vindt;
- de veroordeelde zal zich gedurende de proeftijd laten behandelen door Fivoor GGZ of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering, zolang de reclassering de behandeling nodig vindt. De zorgverlener bepaalt de wijze van behandeling;
maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de
- zich niet op te houden in de Nassauhaven te Rotterdam gedurende twee jaar na het onherroepelijk worden van dit vonnis;
- zich te onthouden van direct of indirect contact met [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 2] 1966 gedurende twee jaar na het onherroepelijk worden van dit vonnis.
€ 325,46 (zegge: driehonderdvijfentwintig euro en zesenveertig cent ), bestaande uit € 25,46 aan materiële schade en € 300,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 1 april 2025 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer 1] te betalen
€ 325,46(
zegge:
driehonderdvijfentwintig euro en zesenveertig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 april 2025 tot aan de dag van de algehele voldoening;
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
6 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;