Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- verzoekster;
- mevrouw O. Karstens, werkzaam bij Gelplein (hierna: schuldhulpverlening);
- de heer R.F. Marchelinus, werkzaam bij Stichting Woonstad Rotterdam (hierna: verweerster).
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 20 oktober 2025 uitspraak gedaan in een verzoekschrift ex artikel 287b van de Faillissementswet (Fw) van verzoekster, die sinds februari 2024 geen inkomsten meer heeft en al achttien maanden haar huur niet heeft betaald. Verzoekster vroeg om een voorlopige voorziening om te voorkomen dat verweerster, Stichting Woonstad Rotterdam, het vonnis van 25 juli 2025 tot ontruiming van haar woning ten uitvoer zou leggen. Tijdens de zitting op 13 oktober 2025 werd duidelijk dat verzoekster geen stappen had ondernomen om haar financiële situatie te verbeteren en dat zij geen hulp had ingeschakeld voor schuldhulpverlening. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van een bedreigende situatie, maar dat het belang van verweerster om het vonnis tot ontruiming uit te voeren zwaarder woog dan het belang van verzoekster om in de woning te blijven. De rechtbank wees het verzoek om een moratorium af en verklaarde verzoekster niet-ontvankelijk in haar verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling, met de mogelijkheid om in de toekomst een nieuw verzoek in te dienen.