Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering in haar rapport van 3 september 2025.
4.Waardering van het bewijs
of omstreeks24 februari 2024 te Rotterdam, door geweld
en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging met geweld en/of door bedreiging met (een) andere feitelijkhe(i)d(en)iemand, te weten [slachtoffer], heeft gedwongen tot het dulden van
een of meerontuchtige handeling
(en
), namelijk het aanraken van de slip en
/ofde (ontblote) vagina van die [slachtoffer],
en/of een andere feitelijkhe(i)d(en) en/of de bedreiging met geweld en/of de bedreiging met andere feitelijkhe(i)d(en)heeft
/hebbenbestaan uit het
meetrekken naar de bosjes en (meermalen)naar de grond te duwen van die [slachtoffer];
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
“Ja is makkelijk, iemand dronken vinden die dronken is”, “het is voor een job, als we neuken is meegenomen”, “zit gewoon daar bij [naam], loeren, dan attack dan weg”.De gebruikte termen
‘loeren’en
‘attack dan weg’zijn kenmerkend voor de ernstig verwijtbare en planmatige intenties van de verdachte. De rechtbank wijst daarnaast ook op de (achteraf) gestuurde berichten die lijken te wijzen op een plan om iemand te beroven. Zo is gestuurd dat het plan gelukt zou zijn, maar dat ‘ze geen pinpas had, geen telefoon niks’.
8.Vordering benadeelde partij/schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 8 (acht) maanden;
4 (vier) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
2 (twee) jaren;
€ 715,- (zegge: zevenhonderdvijftien euro), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 24 februari 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij] te betalen
€ 1.715,- (zegge: eenduizendzevenhonderdvijftien euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 februari 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 1.715,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
27 (zevenentwintig) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;