In deze zaak vordert de bewindvoerder van [persoon A] dat [persoon B] de woning moet ontruimen, omdat zij zonder recht of titel in de woning verblijft. [persoon A] en [persoon B] zijn ex-partners die samen in een woning woonden, maar na een echtscheiding zijn er problemen ontstaan. [persoon A] heeft de huurachterstand van [persoon B] betaald en zij zijn samen verhuisd naar een nieuwe woning. [persoon A] heeft [persoon B] gevraagd de woning te verlaten, maar zij is daar niet op ingegaan. De kantonrechter oordeelt dat [persoon B] geen contractueel medehuurder is, omdat zij de huurovereenkomst niet heeft getekend en er geen afspraken zijn gemaakt met de verhuurder. Hierdoor verblijft [persoon B] onrechtmatig in de woning. De kantonrechter wijst de vordering van [persoon A] toe en gelast de ontruiming van [persoon B] binnen veertien dagen. Tevens worden de proceskosten aan [persoon B] opgelegd, omdat zij ongelijk heeft gekregen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.