Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 20 maart 2025, met bijlagen;
- het antwoord;
- de brief van Woonstad, met bijlage.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 31 oktober 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Woonstad Rotterdam en een gedaagde huurder. De eiseres, Woonstad, heeft de kantonrechter verzocht om ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de kantoorruimte vanwege een aanzienlijke huurachterstand van € 12.110,16 tot en met september 2025, met een verdere achterstand in oktober. De gedaagde heeft betwist dat de huurachterstand correct is, maar heeft geen bewijs geleverd voor zijn stellingen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de huurachterstand substantieel is en dat de gedaagde in gebreke is gebleven met zijn betalingsverplichtingen. De huurovereenkomst is ontbonden en de gedaagde is veroordeeld tot ontruiming van de kantoorruimte binnen veertien dagen na betekening van het vonnis. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld tot betaling van de huurachterstand, een gebruiksvergoeding, en de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat het onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ook als de gedaagde in hoger beroep gaat.