Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 november 2025 in de zaak tussen
Inleiding
Totstandkoming van de besluiten
Standpunten van eiser in beroep
Beoordeling door de rechtbank
Kamerstukken II1988/89, 21221, nr. 3, p. 81-82).
Rechtbank Rotterdam
Deze zaak betreft de stopzetting van de dienstverlening ‘Parttime Ondernemerschap’ aan eiser, die als bijstandsontvanger en parttime zelfstandig ondernemer gebruik maakte van deze regeling. De rechtbank heeft geoordeeld dat het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam het beëindigingsbesluit terecht heeft gehandhaafd. Eiser ontving sinds 1 september 2016 een bijstandsuitkering en zijn zelfstandige activiteiten werden vanaf 1 april 2017 als ‘gewenst’ beschouwd, wat inhield dat hij bepaalde kosten kon verrekenen met zijn bijstandsuitkering. Echter, door bezuinigingen heeft de gemeente besloten deze dienstverlening per 1 februari 2025 te beëindigen. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar de rechtbank concludeert dat het college bevoegd was om het besluit te nemen en dat er voldoende belangenafweging heeft plaatsgevonden. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beëindigingsbesluit niet onevenredig of onvoldoende gemotiveerd is en dat eiser geen gelijk krijgt in zijn beroep. De rechtbank heeft de rechtmatigheid van het bestreden besluit beoordeeld en geconcludeerd dat de nadelige gevolgen voor eiser niet onevenredig zijn in verhouding tot de doelen van het beleid. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en het bestreden besluit blijft in stand.