4.1.Avres heeft aan het bestreden besluit het volgende ten grondslag gelegd. Eiseres heeft in de periode van 11 maart 2024 tot en met 30 april 2024 werkzaamheden verricht waarvoor zij inkomen heeft ontvangen. Eiseres heeft deze inkomsten niet aan Avres doorgegeven. Eiseres heeft hiermee haar inlichtingenplicht geschonden. Over de betreffende periode heeft eiseres teveel uitkering ontvangen. Eiseres wist, dan wel had kunnen weten, dat deze inkomsten van invloed zijn op het recht op bijstand. Avres was daarom verplicht de bijstandsuitkering over de te beoordelen periode in te trekken en de teveel betaalde bijstand van eiseres terug te vorderen. Eiseres heeft geen bijzondere omstandigheden aangevoerd die voor Avres aanleiding zijn om van terugvordering af te zien.
Het standpunt van eiseres
5. Eiseres betoogt dat zij onjuist of niet is geïnformeerd over de inlichtingenplicht en de mogelijke consequenties van het niet tijdig informeren. Verder betoogt eiseres dat door een medewerker van Avres is toegezegd dat zij er alles aan zal doen om te zorgen dat het openstaande bedrag zal worden kwijtgescholden. Eiseres betoogt dat zij onjuist is geïnformeerd door medewerkers van Avres. Zij zouden haar hebben geadviseerd om eerst de proeftijd af te wachten alvorens te informeren dat eiseres werk heeft gevonden. Eiseres betoogt subsidiair dat de hoogte van het terug te vorderen bedrag niet correct is vastgesteld. Ook dient volgens eiseres van een volledige terugvordering te worden afgezien, omdat Avres fouten heeft gemaakt.
6. Het voor deze zaak relevante juridisch kader is opgenomen in de aan deze uitspraak gehechte bijlage, die onderdeel uitmaakt van deze uitspraak.
Het oordeel van de rechtbank
7. De rechtbank beoordeelt of Avres terecht de door eiseres ontvangen bijstandsuitkering over de periode van 11 maart 2024 tot en met 30 april 2024 heeft teruggevorderd. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiseres. Daarbij stelt de rechtbank vast dat niet in geschil is dat eiseres over de betreffende periode zowel inkomen uit arbeid als bijstandsuitkering heeft ontvangen. De rechtbank begrijpt het beroep zo dat eiseres zich op het standpunt stelt dat Avres gezien de specifieke omstandigheden van eiseres niet tot terugvordering van het teveel ontvangen bedrag had mogen overgaan.
8. Niet in geschil is dat eiseres in de periode van 11 maart 2024 tot en met 30 april 2024 werkzaamheden heeft verricht die voor het recht op bijstand van belang waren. Dit betekent dat eiseres daarvan naar het oordeel van de rechtbank melding had moeten maken bij Avres. Door dit niet te doen heeft zij haar aan de bijstandsuitkering verbonden inlichtingenplicht geschonden. Het betoog van eiseres dat zij onjuist of niet is geïnformeerd over de inlichtingenplicht en de mogelijke consequenties van het niet tijdig informeren, slaagt niet. Avres heeft eiseres voldoende geïnformeerd over de verplichting om wijzigingen door te geven. Bij de aanvraag van de bijstandsuitkering is aan eiseres het formulier 'Inlichtingenplicht bij een uitkering’ gestuurd. Hierop staat het vinden van of stoppen met (vrijwilligers)werk als voorbeeld genoemd van een wijziging die aan Avres doorgegeven moet worden. Daarbij wordt aangegeven dat, als een wijziging niet (op tijd) wordt doorgegeven, men mogelijk minder uitkering krijgt en/of een boete opgelegd krijgt. Vervolgens is eiseres in de toekenningsbeschikking van 14 juli 2023 opnieuw over de inlichtingenplicht geïnformeerd. Met eiseres hebben meerdere gesprekken over participatie plaatsgevonden. In het Plan van Aanpak van 25 oktober 2024 is onder ‘Algemene afspraken’ opnieuw aangegeven dat wijzigingen in de persoonlijke situatie tijdig aan de participatieconsulent doorgegeven dienen te worden. Daarnaast wordt aangegeven dat indien iemand een arbeidscontract of inkomen heeft, het contract en/of de loonstroken naar info@avres.nl gestuurd dienen te worden. Avres heeft eiseres meermaals geïnformeerd over de inlichtingenplicht en dat zij wijzigingen direct dient door te geven aan Avres. Ook de gevolgen van het niet of te laat doorgeven zijn meermaals benoemd. De website van Avres bevat daarnaast ook voldoende informatie hierover en als zaken voor eiseres onduidelijk waren, had eiseres hierover contact met Avres kunnen opnemen. Niet is gebleken dat eiseres hiertoe niet in staat is geweest.
9. Het betoog van eiseres dat door een medewerker van Avres is toegezegd dat zij er alles aan zal doen dat het openstaande bedrag zal worden kwijtgescholden, slaagt niet. Eiseres had een klacht lopen die door de betreffende medewerker werd behandeld en die betrekking had op de behandeling van eiseres door Avres, onder meer in het kader van de afhandeling van haar aanvraag, een tussentijdse stopzetting en een afwijzing van energietoeslag. Aan eiseres is meermaals aangegeven dat deze klachtprocedure los staat van de bezwaarprocedure over de terugvordering. De rechtbank is van oordeel dat eiseres niet heeft onderbouwd dat sprake is van een toezegging die betrekking heeft op de onderhavige terugvordering en waaraan eiseres het vertrouwen heeft mogen ontlenen dat van terugvordering zou worden afgezien.
10. Het betoog dat eiseres onjuist is geïnformeerd door medewerkers van Avres, slaagt niet. Eiseres heeft dit niet nader onderbouwd en zoals blijkt uit hetgeen hiervoor is overwogen onder 8. is zij voldoende geïnformeerd over haar inlichtingenplicht. Eiseres heeft over de periode van 11 maart 2024 tot en met 30 maart 2024 over een dubbel inkomen kunnen beschikken, te weten inkomsten uit arbeid en een bijstandsuitkering. Aangezien eiseres zelf te laat melding heeft gemaakt van het feit dat zij aan het werk is gegaan, kon de uitkering niet eerder geblokkeerd worden, waardoor deze onterecht aan haar is uitbetaald.
11. Het betoog dat de hoogte van het terug te vorderen bedrag niet correct is vastgesteld, slaagt niet. Eiseres heeft deze stelling niet nader onderbouwd en het is de rechtbank ook overigens niet gebleken dat het bedrag niet correct is vastgesteld.
12. Naar het oordeel van de rechtbank zijn er geen dringende redenen om van terugvordering af te zien. Aan het begrip dringende redenen is recentelijk door de Centrale Raad van Beroep (de Raad) een ruimere invulling gegeven.Het gaat niet langer alleen om onaanvaardbare sociale en financiële gevolgen van de terugvordering, maar het bestuursorgaan moet volgens de Raad tegenover het uitgangspunt dat wat ten onrechte is ontvangen in beginsel moet worden terugbetaald, de relevante feiten en omstandigheden zodanig afwegen dat die afweging een toetsing aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur zal kunnen doorstaan. Als een afbetalingsregeling getroffen wordt die recht doet aan de financiële omstandigheden en aflossingscapaciteit van de betrokkene op dat moment, zal over het algemeen voldoende het recht op bestaanszekerheid zijn gewaarborgd. Dit is alleen anders onder bijzondere omstandigheden, waaraan een groter gewicht toekomt naarmate het aandeel van de betrokkene in het ontstaan van (de omvang van) terugvordering kleiner is.
13. Eiseres heeft geen bijzondere omstandigheden naar voren gebracht die voor Avres aanleiding hadden moeten zijn om van terugvordering af te zien. De rechtbank merkt op dat de financiële gevolgen van een besluit tot terugvordering zich in het algemeen pas voordoen indien daadwerkelijk tot invordering wordt overgegaan. In dat kader wordt eiseres beschermd door de beslagvrije voet. In dit geval ziet de rechtbank geen aandeel van Avres in het ontstaan van de vordering.
14. Uit het voorgaande volgt dat eiseres verwijtbaar haar inlichtingenplicht schond en dat daardoor te veel bijstand aan eiseres is betaald tot het door verweerder berekende bedrag. Uit artikel 54, derde lid, van de Pw en artikel 58, eerste lid, van de Pw volgt dat verweerder onder deze omstandigheden gehouden was de bijstandsuitkering van eiseres te herzien en de te veel betaalde bijstand van haar terug te vorderen.