Op 4 november 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een familierechtelijke zaak tussen een vrouw en een man, die de ouders zijn van een 17-jarig kind. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. E. Robalo, verzocht om een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige, terwijl de man, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.A. van Essen, verzocht om gezamenlijk gezag over het kind. De procedure begon met een verzoekschrift van de vrouw op 29 april 2024, gevolgd door een verweerschrift van de man op 17 juli 2024. Tijdens de mondelinge behandeling op 21 oktober 2025 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht, en de minderjarige heeft haar mening kenbaar gemaakt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man de minderjarige heeft erkend, maar dat de vrouw alleen met het ouderlijk gezag is belast. De rechtbank heeft de verzoeken van de man om gezamenlijk gezag afgewezen, omdat er een onaanvaardbaar risico bestaat dat het kind klem of verloren zou raken tussen de ouders. De rechtbank heeft ook de overeenstemming tussen partijen over de kinderbijdrage opgenomen in de beschikking, waarbij de man vanaf 1 oktober 2025 € 209,- per maand zal betalen, alsmede een eenmalig bedrag van € 1.000,-. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat elke partij de eigen kosten draagt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.