Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- vrijspraak van de primair ten laste gelegde poging tot moord;
- bewezenverklaring van de impliciet subsidiair ten laste gelegde poging tot doodslag;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door Stichting Verslavingsreclassering GGZ.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vordering benadeelde partij / schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van achttien (18) maanden;
groot tien (10) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
2) jaren;
€ 8.111,99 (zegge: achtduizend honderdelf euro en negenennegentig cent), bestaande uit € 611,99 aan materiële schade en € 7.500,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 26 juni 2025 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer] te betalen
€ 8.111,99(hoofdsom,
zegge:
achtduizend honderdelf euro en negenennegentig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 juni 2025 tot aan de dag van de algehele voldoening;
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
85 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;