Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
,
1.De procedure
- de dagvaarding van 25 april 2025, met bijlagen;
- het antwoord;
- de repliek, met bijlagen;
- de dupliek.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft VGZ Zorgverzekeraar N.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagde] wegens een betalingsachterstand op de zorgverzekering VGZbewuzt. De gedaagde heeft een zorgverzekeringsovereenkomst afgesloten en is verplicht om de bijbehorende premies te betalen. VGZ stelt dat de gedaagde een betalingsachterstand heeft laten ontstaan en eist betaling van € 669,11, inclusief wettelijke rente en proceskosten. De gedaagde betwist de vordering en de hoogte van de rente.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde inderdaad bedragen onbetaald heeft gelaten, maar dat de gevorderde rente niet kan worden toegewezen omdat niet duidelijk is wanneer het verzuim is ingetreden. De kantonrechter heeft de hoofdsom van € 566,83 toegewezen, maar de rente en incassokosten zijn afgewezen. De proceskosten zijn begroot op € 823,64, die voor rekening van de gedaagde komen, omdat hij grotendeels ongelijk heeft gekregen.
Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat VGZ het vonnis direct kan uitvoeren, ook als de gedaagde in hoger beroep gaat. De kantonrechter heeft in zijn beslissing alle andere vorderingen afgewezen.