In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 6 februari 2025, wordt de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2012, besproken. De kinderrechter heeft de zaak behandeld naar aanleiding van een verzoek van de gecertificeerde instelling jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (GI) om de ondertoezichtstelling van de minderjarige te verlengen voor de duur van negen maanden. De ouders van de minderjarige zijn belast met het ouderlijk gezag en de minderjarige woont afwisselend bij hen. Tijdens de zitting, die op 6 februari 2025 plaatsvond, waren de ouders en vertegenwoordigers van de GI aanwezig. De kinderrechter heeft de minderjarige de gelegenheid gegeven om haar mening te geven, maar zij heeft geen mening geuit. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders nog steeds niet in staat zijn om constructief samen te werken en dat de betrokkenheid van de GI noodzakelijk blijft. De kinderrechter heeft besloten de ondertoezichtstelling te verlengen tot 3 september 2025 en de beslissing op het verzoek van de GI voor het overige aan te houden. De kinderrechter heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing direct geldt, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De kinderrechter heeft ook bepaald dat de GI uiterlijk twee weken voor de pro forma datum van 1 augustus 2025 een rapportage moet overleggen over de stand van zaken.