Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 maart 2025 in de zaak tussen
[eiser], uit [woonplaats], eiser,
Procedure
Het geschil
re-integratie op de arbeidsmarkt is op 12 december 2023 tussen eiser, verweerder en een vertegenwoordiger van bakkerij Jackery in Stellendam (Jackery) op locatie van de bakkerij de afspraak gemaakt dat eiser bij wijze van proefplaatsing vanaf 2 januari 2024 daar van maandag tot en met vrijdag zal gaan werken van 7.00 tot 15.00 uur. Met een e-mail van 20 december 2023 heeft de werkcoach aan eiser op zijn verzoek de werktijden (van maandag tot vrijdag van 7.00 tot 15.00 uur) en de verdiensten bij Jackery na de proefplaatsing teruggekoppeld. Met een e-mail van 29 december 2023 heeft de werkcoach aan eiser de proefplaatsingsovereenkomst toegestuurd, met daarin de werktijden (van maandag tot vrijdag van 7.00 tot 15.00 uur), en eiser bericht dat de startdatum op verzoek van Jackery is verplaatst naar 3 januari 2024 en dat eisers verzoek om een week later te mogen beginnen, niet kan worden gehonoreerd. Hierna is er geen contact meer geweest. Eiser is op 3 januari 2024 niet verschenen bij Jackery en heeft zich ook niet afgemeld. Eiser heeft aan zijn werkcoach per WhatsApp teruggekoppeld dat hij zich niet kon vinden in de mogelijkheid tot verlenging in het toegestuurde proefplaatsingscontract en dat hij in plaats daarvan een maand proeftijd wil. Telefonisch heeft eiser vervolgens nog toegelicht dat hij de geboden reiskostenvergoeding te laag vindt, hij niet kan beschikken over een auto en met openbaar vervoer niet om 7.00 uur in Stellendam kan zijn, dat het fout van hem was dat hij zich niet bij de werkgever had afgemeld en dat hij graag begeleiding wil bij het vinden van ander werk. Jackery heeft hierna aan de werkcoach teruggekoppeld niet meer met eiser verder te willen.
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- herroept het primaire besluit;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats komt van het vernietigde besluit;
- bepaalt dat verweerder aan eiser het betaalde griffierecht van € 51,- vergoedt;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € € 3.108,-.
mr.M. Lammerse, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 11 maart 2025.
Informatie over hoger beroep
Bijlage: relevante wetgeving en beleidsregels
b. twee maanden bij de gedragingen als bedoeld in artikel 18, vierde lid onderdeel a, c, d, e en h, van de Participatiewet.