In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 16 januari 2025, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om een uitkering uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven beoordeeld. Eiser heeft op 8 maart 2022 een aanvraag ingediend, waarin hij stelt dat hij slachtoffer is van een medicijnvergiftiging tijdens de zwangerschap van zijn moeder en dat hij als kind is mishandeld door een docente. De Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven heeft de aanvraag afgewezen, omdat er geen objectieve aanwijzingen zijn die de verklaringen van eiser ondersteunen. De rechtbank concludeert dat de Commissie terecht heeft geoordeeld dat eiser niet in aanmerking komt voor een uitkering, omdat er onvoldoende bewijs is voor de gestelde geweldsmisdrijven. Eiser heeft weliswaar medische stukken overgelegd, maar deze bieden geen duidelijkheid over de toedracht van de vermeende misdrijven. De rechtbank oordeelt dat de Commissie niet heeft hoeven afzien van een hoorzitting, maar dat dit gebrek niet heeft geleid tot benadeling van eiser. Het beroep wordt ongegrond verklaard, maar de Commissie wordt opgedragen het griffierecht en de reiskosten van eiser te vergoeden.