ECLI:NL:RBROT:2025:4289

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 maart 2025
Publicatiedatum
8 april 2025
Zaaknummer
71/161332-24
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voorbereiding van een terroristisch misdrijf met radicale en extremistische opvattingen

Op 3 maart 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan de voorbereiding van een terroristisch misdrijf. De verdachte, geboren in 2000 en momenteel gedetineerd, heeft zich langdurig verdiept in radicale en extremistische opvattingen van de gewapende jihadstrijd. Hij heeft informatie verzameld over het vervaardigen van explosieven en het plegen van aanslagen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte opzettelijk handelingen heeft verricht met het oogmerk om terroristische misdrijven te plegen. Dit omvatte het zich eigen maken van jihadistisch gedachtegoed, het zoeken naar informatie over het afreizen naar strijdgebieden van IS, en het boeken van tickets naar Frankrijk en Madrid. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, met terbeschikkingstelling onder voorwaarden, inclusief een klinische start van de behandeling. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de psychische problemen van de verdachte, waaronder schizofrenie, en de noodzaak van behandeling in een beveiligde klinische setting. De uitspraak benadrukt de ernst van terroristische misdrijven en de noodzaak om de samenleving te beschermen tegen dergelijke bedreigingen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 71/161332-24
Uitspraakdatum: 3 maart 2025
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ) op [geboortedatum] 2000,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres] ( [postcode] ) te [plaats] ,
thans gedetineerd in de [naam PI] ,
bijgestaan door mr. I. Saey, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 17 februari 2025.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de vordering nadere omschrijving tenlastelegging, waarbij de oorspronkelijke opgave van het feit als bedoeld in artikel 261, derde lid van het Wetboek van Strafvordering op vordering van de officier van justitie ter terechtzitting van 17 oktober 2024 is gewijzigd.
De tekst van de nader omschreven tenlastelegging is als
bijlage Iaan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. D. Kardol heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden met aftrek van voorarrest, alsmede ter beschikkingstelling van de verdachte met bevel tot dwangverpleging.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft – overeenkomstig de inhoud van de door haar aan de rechtbank overgelegde pleitaantekeningen – betoogd dat de verdachte integraal dient te worden vrijgesproken van het aan hem ten laste gelegde. Zij heeft daartoe – kort gezegd – aangevoerd dat de ten laste gelegde gedragingen niet zijn begaan met een terroristisch oogmerk.
Subsidiair dient de verdachte te worden vrijgesproken van het ten laste gelegde voor de periode van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023. De verdachte was in die periode niet bezig met voorbereidings- dan wel bevorderingshandelingen. Sterker nog, hij is in september 2023 – vermoedelijk in een psychose – naar Marokko vertrokken om tot rust te komen.
4.2.
Bewijswaardering
Aan de verdachte is een aantal gedragingen ten laste gelegd die strekken tot het opzettelijk met het terroristisch oogmerk voorbereiden en/of bevorderen van het plegen van moord en/of doodslag en/of brandstichting en/of teweegbrengen van een ontploffing door het plegen van de volgende gedragingen:
Onderdeel A: het zich eigen maken van het radicaal extremistisch gedachtegoed van IS.
Onderdeel B: het zich (online) laten informeren over het afreizen naar een strijdgebied van IS en/of het martelaarschap.
Onderdeel C: het boeken van (een) ticket(s) naar Frankrijk en/of Madrid en (vervolgens) het maken van de reis naar Frankrijk en/of het trachten door te reizen teneinde deel te nemen aan de gewapende jihadstrijd van IS.
Onderdeel D: het downloaden en/of opslaan en/of voorhanden hebben en/of bekijken en/of verspreiden van handleiding(en) voor het maken van storende radars en/of raketten en/of explosieven en/of ontstekers en/of IS-(instructie)video’s.
Juridisch kader
In 1994 is de voorbereiding van een aantal ernstige delicten strafbaar gesteld. De wetgever vond het onwenselijk dat gevallen waarin net nog geen sprake was van een strafbare poging onbestraft bleven. In de praktijk bleek het soms te gevaarlijk om te wachten tot verdachten een begin van uitvoering met hun plan hadden gemaakt en de politie moest daarom zaken vroegtijdig ‘stuk maken’. Met de strafbaarstelling van voorbereiding van de hiervoor bedoelde ernstige misdrijven is het mogelijk gemaakt om in een eerder stadium strafrechtelijk in te grijpen.
Volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad [1] is om tot een bewezenverklaring van, kort gezegd, de in artikel 96, tweede lid, Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) bedoelde voorbereiding of bevordering van terroristische misdrijven te komen, voldoende dat het oogmerk van de verdachte op het begaan van die misdrijven is gericht. Een concretisering van het voor te bereiden of te bevorderen misdrijf naar tijdstip, plaats en wijze van uitvoering is niet vereist. De Hoge Raad overweegt in dit verband dat, gelet op de wetsgeschiedenis, de voor toepassing van artikel 46 Sr vereiste mate van concretisering ook geldt voor artikel 96, tweede lid, Sr. Vereist is daarom slechts dat met voldoende bepaaldheid blijkt op welk terroristisch misdrijf de nader aan artikel 96, tweede lid, Sr ontleende voorbereidings- of bevorderingshandelingen waren gericht.
Beoordeling
Vaststaat dat de verdachte op 14 mei 2024 is afgereisd naar Parijs en daar, naar aanleiding van een Europees aanhoudingsbevel, dezelfde dag nog is aangehouden door de Franse autoriteiten. Onder de verdachte is onder andere een telefoon in beslag genomen. Ook is zijn woning doorzocht en zijn digitale gegevensdragers van de verdachte in beslag genomen.
Uit onderzoek naar de in beslag genomen gegevensdragers volgt dat de verdachte sinds 2018 een groot aantal documenten en video’s heeft verzameld waaruit zijn belangstelling voor het extremistisch jihadistische gedachtegoed en de gewelddadige praktijken van IS blijkt. In dit jihadistisch materiaal wordt niet alleen opgeroepen om mensen te vermoorden en worden executies vertoond, maar het verheerlijkt ook de gewelddadige jihadstrijd en het martelaarschap.
Zo zijn er diverse edities van het IS-nieuwsblad Al-Naba aangetroffen, waarin informatie staat over door IS gepleegde aanslagen en redactionele artikelen over de gewapende strijd en de ideologie van IS. Ook bevatte het materiaal diverse bestanden van Al-Raud, een website waarop IS-propaganda wordt gedeeld. Op de gegevensdragers stonden bovendien bestanden en video’s die verband houden met het vervaardigen van onder meer explosieven, bomgordels, handgranaten, storende radars en raketten.
Ook heeft de verdachte de IS-instructievideo getiteld ‘You Must Fight Them, O Muwahhid’ voorhanden gehad, waarin een IS-strijder eerst demonstreert hoe een (nog) levend persoon met een mes kan worden gedood en daarna wordt uitgelegd hoe een explosief kan worden gemaakt. Daarnaast is de film ‘Flames of War’ aangetroffen op zijn telefoon. Dit is een IS-propagandafilm waarin zeer gruwelijke beelden te zien zijn van gevechtsscènes, executies, aanslagen, onthoofdingen en verbranding van een levend persoon en waarin de strijd voor IS verheerlijkt wordt.
Op de telefoon van de verdachte is communicatie aangetroffen tussen de verdachte en derden. Uit de inhoud van die chats leidt de rechtbank af dat de verdachte de wens had om uit te reizen teneinde zich aan te sluiten bij de gewapende strijd van IS en zich daaromtrent liet informeren. Zo bevestigt de verdachte in een chat met [alias] :) dat hij
nafirwil doen en vraagt hij [alias] :) hem te informeren over hoe hij paraat kan staan. Op 26 februari 2024 vraagt de verdachte deze [alias] :) naar de kosten van de reis als de tijd is aangebroken voor nafir. Op 30 maart 2024 stuurt de verdachte zijn contactgegevens naar [alias] :) en zegt daarbij onder meer dat hij zichzelf in het diepe heeft gegooid en op God vertrouwt dat hij het slagveld zal bereiken. In daaropvolgende gesprekken wordt gesproken over een bestemming. De verdachte heeft geen moeite met Irak als mogelijke bestemming.
In een chat met [persoon A] op 8 mei 2024 geeft de verdachte aan dat hij wil vechten om drie redenen: 1- vechten voor Allah, 2- vechten voor de kinderen, vrouwen, mannen die dagelijks mishandeld en doodgemaakt of gemarteld worden en 3- vechten voor shahadah en gelijk naar Jannah. De verdachte zegt daarbij dat shahadah ook betekent ‘doodgaan als martyr’.
In een chat met ‘ [persoon B] ’ informeert de verdachte naar de legitimiteit van martelaarsoperaties en zelfmoordaanslagen. Ook vraagt hij wie men als vijand dient te beschouwen en mag bestrijden.
Op 22 april 2024 geeft de verdachte door aan [alias] :) dat hij zijn auto heeft verkocht om de zaken te bespoedigen en geen geduld meer heeft. [alias] :) geeft daarop aan dat hij de verdachte wellicht naar West-Afrika zal sturen omdat Irak lang kan duren. De verdachte vindt dit geen probleem. Op 23 april 2024 antwoordt de verdachte op een bericht van [alias] :) waarin laatstgenoemde zegt dat de bestemming van de verdachte Somalië zal zijn, dat hij het prefereert om tussen de ongelovigen te zitten, waarvan hij zeker weet dat hij hen moet vermoorden. [alias] :) reageert daarop dat dat niet uitmaakt omdat de ‘staat’ (volgens de Midden-Oostendeskundige van de politie hier op te vatten als ‘IS’) op aanwijzing van God vecht en niet zomaar vecht. Op 24 april 2024 laat de verdachte weten dat hij waarschijnlijk in een ander land zal wachten op de opdracht tot nafir.
Vaststaat dat de verdachte online heeft gezocht naar het territorium van IS, naar ISIS in Irak en Syrië , naar het reisadvies voor Irak, naar de ferry van Tarifa naar Tanger, naar tickets van Marokko naar Irak en naar tickets van Marokko naar Somalië. Op 13 mei 2024 heeft de verdachte een ticket geboekt voor BlaBlaCar van Den Haag Centraal via Parijs naar Madrid Barajas Airport.
De rechtbank concludeert op grond van voornoemde feitelijke omstandigheden, in onderling verband en samenhang bezien, dat de verdachte zich het radicaal extremistisch jihadistische gedachtegoed van de gewapende strijd van IS eigen heeft gemaakt (onderdeel A) en zich heeft laten informeren over het afreizen naar het strijdgebied van IS (onderdeel B). Verder heeft de verdachte door tickets te boeken voor een reis naar Madrid, via Parijs, en vervolgens af te reizen naar Frankrijk, getracht zich te begeven naar het strijdgebied teneinde deel te nemen aan de gewapende jihadstrijd van IS (onderdeel C). Tot slot heeft de verdachte IS(instructie)-video’s en handleidingen voor het vervaardigen van explosieven en storende radars voorhanden gehad (onderdeel D). Met het verrichten van de ten laste gelegde handelingen heeft de verdachte zich derhalve gelegenheid en inlichtingen verschaft tot het plegen van een misdrijf.
De rechtbank acht de stelling van de verdachte dat hij zich slechts wilde vestigen in een Islamitisch gebied en niet de bedoeling had zich aan te sluiten bij de gewapende strijd niet aannemelijk geworden De rechtbank kent daarbij in het bijzonder betekenis toe aan het gegeven dat de verdachte herhaaldelijk en gedurende lange tijd heeft gezocht naar informatie over IS en het afreizen naar het strijdgebied en daaromtrent langdurig contact heeft onderhouden met derden. Naar het oordeel van de rechtbank is daarmee het (terroristisch) oogmerk van de verdachte komen vast te staan.
De rechtbank ziet evenmin aanleiding om de verdachte vrij te spreken van het ten laste gelegde gedurende de periode van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023. Uit het dossier volgt dat hij ook in die periode bestanden heeft gedownload van Al-Raud en Al-Naba. Dat hij in oktober 2023 mogelijk in een psychose is afgereisd naar Marokko maakt dat niet anders. Zijn korte verblijf aldaar leidt niet tot het oordeel van de rechtbank dat de verdachte in de periode voor oktober 2023 zich niet heeft beziggehouden met het eigen maken van het jihadistisch gedachtegoed en met voorbereidingen voor een uitreis naar het strijdgebied van IS.
Conclusie
Met de bewezenverklaarde feiten heeft de verdachte in de periode aan zichzelf gelegenheid, en inlichtingen verschaft tot het deelnemen aan de gewapende jihadstrijd en derhalve tot het plegen van de omschreven terroristische misdrijven.
4.3.
Bewezenverklaring
In
bijlage IIheeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij in de periode van 1 januari 2023 tot en met
14mei 2024
in Naaldwijk,
opzettelijk, met het oogmerk om ter voorbereiding en/of ter bevordering
van het te plegen misdrijf omschreven in artikel 83 en/of 157 en/of 176a
en/of 176b en/of 289(a) en/of 288a van het Wetboek van Strafrecht, te
weten:
- moord en/of doodslag, (te) begaan met een terroristisch oogmerk,
en/of
- het opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweegbrengen,
terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is en/of
levensgevaar voor een ander te duchten is en/of gevaar voor zwaar
lichamelijk letsel voor een ander te duchten is en/of levensgevaar voor
een ander te duchten is en dit feit iemands dood ten gevolge heeft, (te)
begaan met een terroristisch oogmerk
- gelegenheid en inlichtingen tot het plegen van het
misdrijf aan zich heeft verschaft ,
immers heeft hij, verdachte,
A. zich het radicaal extremistisch gedachtegoed van de gewapende
Jihadstrijd met een terroristisch oogmerk gevoerd door de
(terroristische) organisatie Islamic State (IS) dan wel Islamic State of Iraq
and Shaam (ISIS) en/of Islamic State of Iraq and Levant (ISIL eigen gemaakt, en
B. zich (online) laten informeren over het afreizen naar een strijdgebied
van IS en/of het martelaarschap door
- de website al-Raud te bezoeken, waarop IS-propaganda wordt
gedeeld, en vervolgens bestanden (zoals video’s en
afbeeldingen en audioboodschappen) inhoudende het
verheerlijken van aanslagen en strijders van IS en
instructies tot het plegen van aanslagen
te downloaden en op te slaan en voorhanden te hebben
en
- een of meer website(s) te bezoeken en (vervolgens) gezocht
naar ‘Territory of the Islamic State' en
Isis iraq 2024’ eninformatie over vluchten naar Irak en Somalië
en downloaden van afbeeldingen van een infographic van
Al-Naba over de activiteiten van IS in de provincie West-Afrika (;
- via Signal en/of Whatsapp en/of Telegram contact te hebben
met anderen, te weten met onder meer ' [alias] :)’ en
‘ [persoon B] ', over strijdgebieden van IS en
te volgen reisroutes en het bekostigen van de uitreis en
het plegen van een zelfmoordaanslag;
C. ticket geboekt naar Madrid en
(vervolgens) de reis naar Frankrijk gemaakt en heeft getracht door te
reizen teneinde deel te nemen aan de gewapende jihadstrijd van IS;
D. handleidingen voor het maken van storende radars.) en
raketten en explosieven en ontstekers en een (instructie)video (genaamd “You must fight them o Muwahhid’’)
waarin wordt gedemonstreerd hoe ongelovigen kunnen worden gedood:
een uitleg van een mesaanval en onthoofding en een instructie voor het
maken van een explosief; en
een video waarin (in het Arabisch) wordt uitgelegd hoe men een explosie
kan veroorzaken door op een gasfles te schieten; en een video (genaamd "Flames of War’’) waarin toespraken van
prominente IS-leden en executies en levend verbranden van mannen
door IS-strijders worden getoond;
gedownload en opgeslagen en voorhanden gehad en bekeken
en verspreid.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
met het oogmerk om opzettelijk brand stichten en/of ontploffingen teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel en/of levensgevaar voor een ander te duchten is en/of dit feit iemands dood ten gevolge heeft, en/of moord en/of doodslag, telkens te begaan met een terroristisch oogmerk, voor te bereiden en/of te bevorderen, zich gelegenheid en inlichtingen tot het plegen van een terroristisch misdrijf te verschaffen.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het feit is dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf en maatregel

Bij de beslissing over de straf die aan de verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder dit feit is begaan, alsmede de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarnaast heeft de rechtbank meegewogen wat in soortgelijke zaken pleegt te worden opgelegd.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de voorbereiding van een terroristisch misdrijf. Hij heeft zich langdurig verdiept in informatie met betrekking tot het radicale en extremistische gedachtegoed van de gewapende jihadstrijd van IS. De verdachte heeft informatie verzameld over het vervaardigen van explosieven en hoe aanslagen gepleegd kunnen worden. De verdachte heeft contact onderhouden met derden over zijn uitreis naar IS-gebied. Dat hij zijn voornemen heeft willen omzetten in daden, blijkt uit het feit dat hij is afgereisd naar Parijs, alwaar hij is aangehouden.
Terrorisme wordt internationaal gezien als een van de ernstigste misdrijven. De internationale gemeenschap wordt geconfronteerd met terroristische aanslagen die het uitdrukkelijke doel hebben de bevolking in deze gebieden (maar ook elders) vrees aan te jagen. Samenlevingen die worden bedreigd door terroristisch geweld dienen hiertegen te worden beschermd.
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank acht geslagen op een uittreksel justitiële documentatie van 24 oktober 2024, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
De rechtbank heeft acht geslagen op de inhoud van het over de verdachte uitgebrachte Pro Justitiarapport van [GZ-psycholoog] , [psychiater] en [milieurapporteur] , gedateerd 20 december 2024. De rapporteurs komen tot de conclusie dat bij de verdachte sprake is van chronische psychiatrische problematiek, te weten schizofrenie en een verslaving aan lachgas. Sinds zijn 18e jaar is er een negatieve spiraal zichtbaar in het sociaalmaatschappelijk functioneren van de verdachte ten gevolge van fluctuerende psychotische symptomen met wanen en hallucinaties die tevens door het gebruik van lachgas worden versterkt. De genoemde psychiatrische stoornissen waren beide aanwezig ten tijde van het ten laste gelegde feit. De rapporteurs achten het evenwel, alles overziend, zeer onwaarschijnlijk dat de verdachte volledig vanuit zijn psychotische toestandsbeeld handelde en geen enkele keuzevrijheid heeft gehad. De verdachte had een zorgmachtiging en een verlenging van zijn zorgmachtiging was in aanvraag om ernstig nadeel ten gevolge van zijn stoornissen af te kunnen wenden. Het is aannemelijk dat de verdachte beperkingen kende in zijn waarnemen, willen, denken en handelen. Daarnaast was er sprake van agitatie en ontremming voortkomend uit de schizofrenie. Geadviseerd wordt om die reden om de verdachte het hem het ten laste gelegde, indien bewezen, verminderd toe te rekenen.
De deskundigen achten behandeling van de schizofrenie en de verslavingsproblematiek noodzakelijk om het recidiverisico te verlagen. De psychose heeft een rol gespeeld in het komen tot delictgedrag doordat de verdachte kritiek- en oordeelstoornissen had en minder geremd was om zijn geloofsovertuigingen actief na te gaan. Het stilstaan bij zijn extremistische opvattingen zal daarom van belang dienen te zijn bij de behandeling van de psychose. Gezien het langdurig bestaan van deze structurele en complexe problematiek en het huidige behandelingsbeloop, waarbij na ruim een half jaar er nog steeds psychotische symptomen spelen, zal hiervoor een zeer geruime tijd nodig zijn in een voldoende beveiligde klinische behandelingsetting waarbij elke stap richting vrijheden en resocialisatie geleidelijk en gecontroleerd zal dienen plaats te vinden. Nadere diagnostiek naar het bestaan van een PTSS en de persoonlijkheid kan dan ook plaats vinden. Geadviseerd wordt de verdachte een terbeschikkingstelling (hierna: TBS) met voorwaarden in combinatie met een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel (hierna: GVM) op te leggen met een klinische start.
Verder heeft de rechtbank acht geslagen op het over de verdachte uitgebrachte reclasseringsadvies, gedateerd 11 februari 2025, van Reclassering Nederland. Het reclasseringsrapport houdt onder meer in dat uit onderzoek door adviesbureau Nuance door Training en Advies is gebleken dat bij de verdachte sprake is van een ideologische
overtuiging en legitimering van geweld. De reclassering onderschrijft deze conclusie.
De kans op herhaling wordt door de reclassering als hoog ingeschat. De reclassering adviseert (voorzichtig) positief over TBS met voorwaarden. Hoewel de reclassering hierin enigszins terughoudend is aangezien de verdachte een verleden kent van zorgmijdend gedrag, constateren zij ook dat de verdachte in toenemende mate inzicht heeft in zijn ziektebeeld, de noodzaak ziet voor abstinentie van middelengebruik en hij niet eerder behandeld is vanuit een gestructureerde klinische setting. De reclassering ziet mogelijkheden om hierop toezicht uit te oefenen. De reclassering adviseert de rechtbank daarnaast te bevelen dat de aan de verdachte op te leggen voorwaarden dadelijk uitvoerbaar zijn en oplegging van de GVM.
Nu de conclusies van de psychiater en psycholoog gedragen worden door hun bevindingen en door hetgeen ook overigens op de terechtzitting is gebleken, neemt de rechtbank die conclusies over en maakt die tot de hare. Bij de verdachte bestond tijdens het begaan van het feit een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens op grond waarvan het bewezen verklaarde hem in enigszins verminderde mate kan worden toegerekend.
Gezien de ernst van het feit kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf.
Voorts onderschrijft de rechtbank de conclusie dat oplegging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden noodzakelijk is. De veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen eisen de terbeschikkingstelling van de verdachte met voorwaarden. Dat oordeel is gegrond op de ernst en aard van het bewezen verklaarde feit en het gevaar voor herhaling. De rechtbank acht, anders dan de officier van justitie, gelet op de omtrent de verdachte opgemaakte rapporten geen termen aanwezig om aan de verdachte TBS met verpleging van overheidswege op te leggen.
Vastgesteld wordt dat het bewezen verklaarde feit, ter zake waarvan de terbeschikkingstelling met voorwaarden zal worden opgelegd, een misdrijf betreft als bedoeld in artikel 37a, eerste lid, aanhef en onder 2, Sr.
Vastgesteld wordt dat het strafbare feit ter zake waarvan de terbeschikkingstelling met voorwaarden zal worden opgelegd een misdrijf betreft dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen.
Daartoe zijn de aard en de kwalificatie van het bewezen verklaarde feit redengevend.
De totale duur van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege kan daarom een periode van vier jaar te boven gaan.
Aan de terbeschikkingstelling zullen de voorwaarden worden verbonden zoals geadviseerd door de reclassering in het rapport van 11 februari 2025. Deze zullen hierna in het dictum van het vonnis worden weergegeven. Deze voorwaarden zijn ook op de zitting met de verdachte besproken en de verdachte heeft verklaard met deze voorwaarden in te stemmen en zich hieraan te willen houden. De rechtbank zal de dadelijke uitvoerbaarheid van de TBS met voorwaarde bevelen.
Daarnaast is een maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking als bedoeld in artikel 38z, eerste lid, Sr (GVM) noodzakelijk ter algemene bescherming van personen en goederen
Ook aan de overige wettelijke vereisten voor de oplegging van de GVM is voldaan. Aan de verdachte wordt immers op grond van artikel 38 Sr TBS met voorwaarden worden opgelegd.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf en maatregel passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 Sv.

8.In beslag genomen voorwerpen

De onder de verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven telefoon en laptop zullen worden verbeurd verklaard nu het bewezen feit met behulp van deze voorwerpen is begaan.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 33, 33a, 38, 38a, 96, 157, 176a, 176b, 288a, 289 en 289a van het Wetboek van Strafrecht.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 24 (vierentwintig) maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
gelast dat de verdachte
ter beschikking wordt gesteld;
stelt daarbij de navolgende voorwaarden betreffende het gedrag van de terbeschikkinggestelde:
1. de ter beschikking gestelde verleent ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of biedt een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aan;
2. de ter beschikking gestelde maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit;
3. de ter beschikking gestelde verleent medewerking aan het reclasseringstoezicht.
Deze medewerking houdt onder andere in dat de ter beschikking gestelde:
a). zich meldt op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is.
b). een of meer vingerafdrukken laat nemen en een geldig identiteitsbewijs toont.
c). zich houdt aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen
geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om de ter beschikking gestelde
te helpen bij het naleven van de voorwaarden.
d). de reclassering helpt aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is.
e). medewerking verleent aan huisbezoeken.
f). de reclassering inzicht geeft in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door
andere instellingen of hulpverleners.
g). zich niet vestigt op een ander adres zonder toestemming van de reclassering.
h). medewerking verleent aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die
contact hebben met de ter beschikking gestelde, als dat van belang is voor het toezicht.
4. als de reclassering dat nodig vindt en de ter beschikking gestelde daarmee instemt, kan de ter beschikking gestelde voor een time-out worden opgenomen in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling. Deze time-out duurt totdat de reclassering of de ter beschikking gestelde deze beëindigt, maar maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar;
5. de ter beschikking gestelde gaat niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden, zonder toestemming van de reclassering;
6. de ter beschikking gestelde laat zich opnemen in een nog nader te bepalen zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname start, aansluitend aan de preventieve hechtenis/detentie. De opname duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De ter beschikking gestelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt de ter beschikking mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
7. de ter beschikking gestelde laat zich ambulant behandelen door een nog nader te bepalen zorgverlener, te bepalen door de reclassering. Deze behandeling start aansluitend op de klinische opname. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De ter beschikking gestelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
8. de ter beschikking gestelde verblijft in een nog nader te bepalen instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start aansluitend op de klinische opname. Het verblijf duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De ter beschikking gestelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
9. de ter beschikking gestelde gebruikt geen drugs en werkt mee aan controle op dit verbod. De controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak de ter beschikking gestelde wordt gecontroleerd;
10. de ter beschikking gestelde werkt mee aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. De ter beschikking gestelde geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden;
11. de ter beschikking gestelde verleent zijn medewerking aan het voeren van inhoudelijke gesprekken met een theologisch deskundige, te bepalen door de reclassering, zolang de reclassering dit nodig acht. De theologisch deskundige bepaalt de gespreksonderwerpen;
12. de ter beschikking gestelde vermijdt dat hij in aanraking komt met jihadistisch, extremistisch en/of radicaal materiaal en vermijdt dat dergelijk materiaal op zijn digitale gegevensdragers komt en/of verder wordt verspreid. De ter beschikking gestelde onthoudt zich op welke wijze dan ook van het bezoeken van een digitale omgeving waarin jihadistisch, extremistisch, en/of radicaal materiaal kan worden verkregen of over wordt gecommuniceerd. De ter beschikking gestelde bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen.
De ter beschikking gestelde werkt hiervoor ook mee aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek. Dit kan ook als de ter beschikking gestelde in een kliniek verblijft. De controle is gericht op de vraag of betrokkene terroristisch, extremistisch en/ of radicaal content vermijdt. De controle strekt er niet toe een beeld te krijgen van het persoonlijke leven van betrokkene. De ter beschikking gestelde verschaft toegang tot alle aanwezige computers, smartphones en andere digitale gegevensdragers waarop afbeeldingen kunnen worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd. De ter beschikking gestelde verstrekt de wachtwoorden die nodig zijn voor deze controle. De controle op digitale gegevensdragers vindt maximaal drie keer per jaar plaats. De reclassering kan voor technische ondersteuning een deskundige meenemen, ook als dit een opsporingsambtenaar is die deskundig is op digitaal gebied. Het onderzoek dient tijdens het huisbezoek te worden afgerond en het is niet toegestaan om images/kopieën van de gegevensdragers te maken.
geeft aan Reclassering Nederland opdracht de terbeschikkinggestelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen en toezicht uit te voeren op de naleving van de gestelde voorwaarden;
beveelt de dadelijke uitvoerbaarheid van de terbeschikkingstelling met voorwaarden;
schorst de voorlopige hechtenis van de veroordeelde met ingang van het moment dat de verdachte is opgenomen in een kliniek zoals hiervoor in voorwaarde 6 in dit vonnis is omschreven, en wel onder de voorwaarden die hiervoor onder 1 tot en met 12 zijn verwoord en voorts onder de voorwaarden:
- dat de veroordeelde, indien de opheffing der schorsing mocht worden bevolen, zich aan de tenuitvoerlegging van het bevel tot voorlopige hechtenis niet zal onttrekken;
-dat de veroordeelde, ingeval hij wegens het feit, waarvoor de voorlopige hechtenis is bevolen, tot een andere dan vervangende vrijheidsstraf mocht worden veroordeeld, zich aan de tenuitvoerlegging daarvan niet zal onttrekken;
legt de veroordeelde op de maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart verbeurd als bijkomende straf:
1. STK Telefoontoestel [code 1]
(Omschrijving: Samsung)
1. STK Computer [code 2]
(Omschrijving: Samsung).
Dit vonnis is gewezen door
mr. J. van der Groen, voorzitter,
mr. J.C. Tijink en mr. D. van Putten, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. D. Ince, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De voorzitter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst nader omschreven tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2023 tot en met 29 mei 2024
in Naaldwijk, althans één of meer plaats(en) in Nederland,
opzettelijk, met het oogmerk om ter voorbereiding en/of ter bevordering
van het te plegen misdrijf omschreven in artikel 83 en/of 157 en/of 176a
en/of 176b en/of 289(a) en/of 288a van het Wetboek van Strafrecht, te
weten:
- moord en/of doodslag, (te) begaan met een terroristisch oogmerk,
en/of
- het opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweegbrengen,
terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is en/of
levensgevaar voor een ander te duchten is en/of gevaar voor zwaar
lichamelijk letsel voor een ander te duchten is en/of levensgevaar voor
een ander te duchten is en dit feit iemands dood ten gevolge heeft, (te)
begaan met een terroristisch oogmerk
- een ander heeft trachten te bewegen om het misdrijf te plegen, te doen
plegen of mede te plegen, om daarbij behulpzaam te zijn of om daartoe
gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen en/of
- gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van het
misdrijf aan zich en/of anderen heeft verschaft en/of heeft trachten te
verschaffen en/of
- voorwerpen voorhanden heeft gehad waarvan hij wist dat zij bestemd
zijn tot het plegen van het misdrijf,
immers heeft hij, verdachte,
A. zich het radicaal extremistisch gedachtegoed van de gewapende
Jihadstrijd met een terroristisch oogmerk gevoerd door de
(terroristische) organisatie Islamic State (IS) dan wel Islamic State of Iraq
and Shaam (ISIS) en/of Islamic State of Iraq and Levant (ISIL), althans
(een) aan IS gelieerde organisatie(s), althans (een) organisatie die de
gewapende Jihadstrijd voorstaat, eigen gemaakt, en/of
B. zich (online) laten informeren over het afreizen naar een strijdgebied
van IS en/of het martelaarschap; door
- de website al-Raud te bezoeken, waarop IS-propaganda wordt
gedeeld, en/of vervolgens bestand(en) (zoals video’s en/of
afbeeldingen en/of audioboodschappen) inhoudende het
verheerlijken van aanslagen en/of strijders van IS en/of
instructies tot het plegen van aanslagen (p. 129 t/m 131)
te downloaden en/of op te slaan en/of voorhanden te hebben
en/of
- een of meer website(s) te bezoeken en/of (vervolgens) gezocht
naar ‘Territory of the Islamic State' en/of Tsis iraq 2024’ en/of
informatie over vluchten naar Irak en/of Somalië (p. 136 e.v.)
en/of downloaden van afbeeldingen van een infographic van
Al-Naba over de activiteiten van IS in de provincie West-Afrika (p
145);
- via Signal en/of Whatsapp en/of Telegram contact te hebben
met een of meer ander(en), te weten met onder meer ' [alias] :)’ en/of
‘ [persoon B] ', over strijdgebieden van IS en/of (een)
te volgen reisroute(s) en/of het bekostigen van de uitreis en/of
het plegen van een zelfmoordaanslag;
C. ticket(s) geboekt naar Frankrijk en/of Madrid (p. 114 en 132) en
(vervolgens) de reis naar Frankrijk gemaakt en/of heeft getracht door te
reizen teneinde deel te nemen aan de gewapende jihadstrijd van IS;
D. handleiding(en) voor het maken van storende radars(p. 248 e.v.) en/of
raketten (p. 249 e.v.) en/of explosieven en/of ontstekers (p. 441 e.v.)
en/of
een (instructie)video (genaamd “You must fight them o Muwahhid’’)
waarin wordt gedemonstreerd hoe ongelovigen kunnen worden gedood:
een uitleg van een mesaanval en onthoofding en een instructie voor het
maken van een explosief; en/of
een video waarin (in het Arabisch) wordt uitgelegd hoe men een explosie
kan veroorzaken door op een gasfles te schieten; en/of
een video (genaamd "Flames of War’’) waarin toespraken van
prominente IS-leden en/of executies en levend verbranden van mannen
door IS-strijders worden getoond;
gedownload en/of opgeslagen en/of voorhanden gehad en/of bekeken
en/of verspreid.

Voetnoten

1.Vgl. Hoge Raad 14 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:416 en Hoge Raad 11 juni 2019, ECLI:NL:HR:2019:906 en ECLI:NL:HR:2019:907.