Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 april 2025 in de zaak tussen
Samenvatting
Procesverloop
Beoordeling door de rechtbank
Eiser heeft in zijn beroepschrift aangegeven dat zijn beroep te laat is ingediend, omdat hij in afwachting was van de correspondentie van verweerder. Eiser had echter ook beroep kunnen instellen om de termijn veilig te stellen. De laatste correspondentie tussen eiser en verweerder na de beslissing op bezwaar heeft op 1 februari 2024 plaatsgevonden. Eiser heeft op diezelfde datum bij verweerder aangegeven beroep in te stellen. Dat betekent dat eiser binnen de termijn van beroep, zijnde tot aan 19 februari 2024, voldoende gelegenheid heeft gehad om zijn beroep, eventueel pro forma, in te dienen. De rechtbank ziet niet in waarom het beroep vanwege correspondentie met verweerder niet eerder dan 29 februari 2024 ingediend had kunnen worden. De ter zitting genoemde reden dat eiser door zijn lange werkdagen hier niet eerder aan toe is gekomen, wordt eveneens niet als voldoende reden voor verschoonbaarheid van het overschrijden van de termijn geacht. [1]