Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 19 mei 2023, met producties 1 tot en met 17;
- de akte wijziging van eis van 13 september 2023, met productie 18;
- de conclusie van antwoord ingekomen op 25 oktober 2023, met producties 1 tot en met 15;
- de oproepingsbrieven van deze rechtbank van 22 februari 2024, waarin mondelinge behandeling is bepaald op 11 juni 2024;
- de bij e-mail van 5 februari 2024 door de rechtbank verzonden zittingsagenda;
- de op 5 februari 2024 ingekomen producties 19 tot en met 38 van Cabooter;
- het e-mailbericht van MBH van 6 februari 2024, met beter leesbare versies van producties 1 en 13;
- het e-mailbericht van Cabooter van 7 februari 2024, met beter leesbare versies van producties 19, 22, 24, 26, 28, 30, 32, 34 en 36;
- de mondelinge behandeling van 11 juni 2024, waarbij partijen geen spreekaantekeningen hebben overgelegd.
2.De feiten
- factuur nummer 2022186 van 30 mei 2022 groot € 28.000,00;
- factuur nummer 2022281van 13 juni 2022 groot € 6.150,00; en
- factuur nummer 2023026 van 10 maart 2023 groot € 52.078,59.
Prime Logistics heeft in 2022 vervoersopdrachten van MBH Logistics B.V. (hierna te noemen MBH Logistics) ontvangen en deze opdrachten o.a. (door Cabooter Railterminal maar ook derden laten uitvoeren. Prime Logistics heeft daarvoor in 2022 facturen gestuurd als aangegeven in bijlage 1 waarin factuurdatum, vervaldatum (30 dagen) en bedrag staan aangegeven waarbij, na aftrek van een abusievelijk dubbel verstuurde factuur tot een beloop van 28.000,00, per saldo € 233.829,24 is gefactureerd. MBH Logistics heeft in mindering daarop in 2022 met grote vertraging deelbetalingen gedaan als aangegeven in bijlage 2 tot een beloop van 190.812.24. Prime Logistics heeft recht op betaling van de wettelijke handelsrente over de (deel) facturen vanaf 30 dagen na factuurdatum tot de dag der algehele voldoening.”
3.Het geschil
- i) € 61.978,59 te vermeerderen met primair de wettelijke handelsrente en subsidiair de CMR-rente daarover vanaf de vervaldatum van de facturen (30 dagen) tot aan de dag van de algehele voldoening,
- ii) de bij de rentecessie aan Cabooter overgedragen rentevorderingen;
- iii) de buitengerechtelijke incassokosten groot € 1.636,29 exclusief BTW, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente daarover vanaf de dag van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening,
- iv) de proceskosten.
4.De beoordeling
de CMR is van toepassing en deze rechtbank is bevoegd
Met betrekking tot de betaling hebben alle partijen in de keten tot nader order en duidelijke overzicht van claims en kosten de onderlinge betalingen opgeschort, hierdoor MBH ook aan ons en ben ik genoodzaakt dit ook op de schorten richting jullie. (…) is er momenteel wel sprake van een betalingsstop wat heeft geresulteerd tot opschorting van betalingen. Het is de bedoeling dat deze worden voortgezet nadat alle kosten en claims bekend zijn en wij deze kunnen verrekenen met (volgens onze administratie) openstaande facturen.”
de rechthebbende kan over het bedrag der schadevergoeding rente vorderen. Deze rente, ten bedrage van vijf procent per jaar, loopt vanaf de dag waarop de vordering schriftelijk bij de vervoerder is ingediend of, indien dit niet is geschied, vanaf de dag waarop zij in rechte aanhangig is gemaakt.”
na-factuur 2022 weken 14 t/m 23 Cabooter PRIME 1 t/m 10”.