ECLI:NL:RBROT:2025:4445

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
27 februari 2025
Publicatiedatum
10 april 2025
Zaaknummer
FT RK 24/1839
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) van de heer [verzoeker] met verzoek om eerdere ingangsdatum

Op 27 februari 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak van de heer [verzoeker], die zich in een problematische schuldensituatie bevindt. De heer [verzoeker] heeft een verzoek ingediend om toegelaten te worden tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). De rechtbank heeft dit verzoek toegewezen en ook de mogelijkheid van een eerdere ingangsdatum van de WSNP goedgekeurd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de heer [verzoeker] aan de voorwaarden voor toelating voldoet, waaronder de eis dat hij te goeder trouw was bij het ontstaan van zijn schulden en dat hij aan zijn verplichtingen kan voldoen. De rechtbank heeft de ingangsdatum van de WSNP vastgesteld op 27 november 2023, 15 maanden voor de datum van het vonnis, omdat de heer [verzoeker] en zijn partner in het voorafgaande schuldhulpverleningstraject een aanzienlijk bedrag hebben gespaard voor de schuldeisers en aan de inspanningsverplichting hebben voldaan.

De rechtbank benoemt tevens een bewindvoerder en een rechter-commissaris om toezicht te houden op de uitvoering van de WSNP. De heer [verzoeker] moet zich houden aan verschillende verplichtingen tijdens het WSNP-traject, waaronder het niet aangaan van nieuwe schulden en het voldoen aan de informatieverplichting. De rechtbank heeft ook een verificatievergadering vastgesteld op 15 april 2025, waar de bewindvoerder een eindverslag moet indienen. De beslissing is openbaar uitgesproken door rechter M.C. Franken, in samenwerking met griffier C. Hulsegge.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
insolventienummer: [nummer]
vonnis van:
27
februari 2025
op het verzoek van:
[verzoeker]
wonende te [adres] ,
[postcode] [woonplaats] .
Waar deze zaak over gaat
De heer [verzoeker] bevindt zich in een problematische schuldensituatie. Om tot een oplossing voor zijn schulden te komen heeft de heer [verzoeker] een verzoek gedaan te worden toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). Dit verzoek wordt toegewezen. Daarnaast zal de rechtbank een beslissing nemen over de mogelijkheid van een alternatief aanvangsmoment van de WSNP. De rechtbank legt hierna uit waarom zij zo beslist.

1.De procedure

1.1.
De heer [verzoeker] heeft een verzoek ingediend om te worden toegelaten tot de WSNP.
1.2.
Schuldhulpverlening heeft per e-mail van 30 januari 2025 aanvullende stukken toegezonden.
1.3.
Het verzoek is behandeld op de zitting van 19 februari 2025. Op de zitting zijn verschenen:
- de heer M. [verzoeker] ,
- mevrouw [persoon A] , de vrouw van de heer [verzoeker] ,
- mevrouw A.N. Brinkman, beschermingsbewindvoerder,
- mevrouw [persoon B] , schuldhulpverlening.
1.4.
De beschermingsbewindvoerder heeft ter zitting aanvullende stukken overgelegd.
1.5.
De beschermingsbewindvoerder heeft per e-mail van 19 februari 2025 en
21 februari 2025 aanvullende stukken toegezonden.

2.De beoordeling van het verzoek

De toelating

2.1.
De heer [verzoeker] kan worden toegelaten tot de WSNP als hij zich in een problematische schuldensituatie bevindt en hij te goeder trouw was bij het ontstaan en onbetaald laten van zijn schulden. De rechtbank kijkt daarbij vooral naar de afgelopen drie jaar. Ook moet de verwachting bestaan dat de heer [verzoeker] aan de verplichtingen van de WSNP zal voldoen.
2.2.
De heer [verzoeker] voldoet aan alle eisen en wordt toegelaten tot de WSNP.
2.3.
De verplichtingen waaraan de heer [verzoeker] tijdens de WSNP moet voldoen zijn: de informatieverplichting, de inspanningsverplichting, de verplichting geen nieuwe schulden te laten ontstaan, de verplichting om schuldeisers niet te benadelen en de afdrachtverplichting. Er wordt een bewindvoerder benoemd. Deze bewindvoerder controleert of de verplichtingen worden nagekomen. Er wordt ook een rechter-commissaris benoemd. De taak van de rechter-commissaris is om toezicht te houden op de bewindvoerder.
2.4.
Als de heer [verzoeker] zich tijdens het WSNP-traject houdt aan alle verplichtingen die de WSNP met zich brengt, eindigt het traject met de zogenoemde “schone lei”. Dit betekent dat schuldeisers hun vorderingen ten aanzien waarvan de WSNP werkt niet meer op de heer [verzoeker] kunnen verhalen.
2.5.
Gedurende het traject geldt een tijdelijke postblokkade. Dat betekent dat in die periode alle post naar de bewindvoerder gaat. De bewindvoerder stuurt de post na controle door aan de heer [verzoeker] . Als de schuldsaneringsregeling eerder eindigt, eindigt ook de postblokkade.
De bevoegdheid
2.6.
De rechtbank is, gelet op het bepaalde in artikel 3 lid 1 Verordening (EU) 2015/848 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie, bevoegd deze insolventieprocedure als hoofdprocedure te openen nu het centrum van voornaamste belangen van de heer [verzoeker] in Nederland ligt.
De ingangsdatum
2.7.
Het WSNP-traject duurt in principe achttien maanden. De Faillissementswet bepaalt dat de termijn van de WSNP in beginsel ingaat op de dag van dit vonnis, tenzij er aanleiding is de termijn eerder te laten ingaan.
2.8.
De heer [verzoeker] verzoekt om een eerdere ingangsdatum van de WSNP te bepalen. Uit artikel 349a, eerste lid, Fw volgt dat de rechtbank de mogelijkheid heeft om de aanvangsdatum van de regeling vast te stellen op de dag waarop de eerste aflossing is gedaan in het kader van de buitengerechtelijke schuldregeling, als bedoeld in artikel 285, eerder lid, sub f, Fw. De eerste aflossing is gedaan in november 2023.
2.9.
Verder kan een eerdere ingangsdatum worden bepaald als vanaf die eerdere datum de verplichtingen die volgen uit het voorafgaande schuldhulpverleningstraject zijn nagekomen. Als uitgangspunt geldt daarbij dat de schuldenaar tijdens het minnelijke voortraject maximaal, op basis van de normen die gelden voor berekening van het vrij te laten bedrag (het vtlb), moet aflossen op zijn schulden. Het vtlb wordt berekend met de vtlb-calculator die via het internet beschikbaar is. Daarnaast moet de schuldenaar zich inspannen om zoveel mogelijk baten voor de schuldeisers te verwerven. Om voor een eerdere ingangsdatum in aanmerking te komen, moet dus maandelijks sprake zijn van aflossingen die tenminste gelijk zijn aan het genoemde verschil tussen de netto inkomsten en het vtlb. Daarnaast moet er bij arbeidsgeschiktheid fulltime gewerkt worden of moet er aantoonbaar worden gesolliciteerd naar een fulltime baan.
2.10.
De rechtbank stelt vast dat door de heer [verzoeker] en zijn partner in het voorafgaande schuldhulpverleningstraject vanaf november 2023 een bedrag van
€ 24.752,79 is gespaard voor de (gezamenlijke) schuldeisers waarmee is voldaan aan de in dat traject geldende afdrachtplicht, althans in ieder geval tot en met de maand januari 2025. Daarnaast heeft de heer [verzoeker] in de periode van het schuldhulpverleningstraject ook aan de inspanningsverplichting voldaan daar hij in die periode fulltime heeft gewerkt. Omdat verder ook aan de overige verplichtingen in de periode van het schuldhulpverleningstraject is voldaan, komt de rechtbank tot de conclusie dat een eerdere ingangsdatum kan worden bepaald. Daarbij zoekt de rechtbank aansluiting bij de datum van de eerste aflossing.
2.11.
De rechtbank stelt de ingangsdatum vast op 27 november 2023, zijnde 15 maanden voor de datum van dit vonnis.
2.12.
Indien uit het door de bewindvoerder summier uit te brengen verslag van de wijze waarop de schuldenaar tijdens het minnelijke voortraject aan zijn uit dat traject voortvloeiende verplichtingen heeft voldaan anders blijkt dient de heer [verzoeker] rekening te houden met de mogelijkheid dat de rechtbank of rechter-commissaris de regeling zal verlengen (artikel 349a Fw).

3.De beslissing

De rechtbank:
- spreekt de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling uit ten aanzien van:
[verzoeker] ,
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] ,
[postcode] [woonplaats] .
- benoemt tot rechter-commissaris mr. M.C. Franken
en tot bewindvoerder L. Hordijk,
gevestigd te Postbus 68,
2650 AB Berkel en Rodenrijs,
- draagt de bewindvoerder op de post van de heer [verzoeker] in te zien;
- stelt de ingangsdatum van de schuldsaneringsregeling vast op 27 november 2023 en de einddatum op 27 mei 2025;
- stelt de datum van de verificatievergadering vast op 15 april 2025 en bepaalt dat de bewindvoerder uiterlijk tien dagen voor de verificatievergadering een eindverslag indient.
- bepaalt dat de bewindvoerder een voorschot op de vergoeding mag nemen volgens het Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering. Deze vergoeding is gelijk aan
1/4edeel van de overeenkomstig artikel 2 van dat Besluit te berekenen vergoeding. Dit kan alleen:
- zolang de schuldsaneringsregeling loopt en,
- voor zover de boedel toereikend is.
Dit is de beslissing van mr. M.C. Franken, rechter, in samenwerking met mr. C. Hulsegge, griffier. Deze beslissing is in het openbaar uitgesproken op 27 februari 2025. [1]
De griffier is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.