ECLI:NL:RBROT:2025:4749

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
31 maart 2025
Publicatiedatum
18 april 2025
Zaaknummer
11533597 VV EXPL 25-75
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van eiser wegens nietige dagvaarding in kort geding

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 31 maart 2025 uitspraak gedaan in een kort geding. Eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. N.M. Fakiri, heeft een vordering ingesteld tegen gedaagde, die niet is verschenen. De procedure is gestart met een dagvaarding van 5 maart 2025, maar de kantonrechter heeft geoordeeld dat eiser niet-ontvankelijk is in zijn vordering omdat de dagvaarding niet correct is betekend aan gedaagde. Gedaagde is gevestigd in de Verenigde Staten, maar de deurwaarder heeft geprobeerd de dagvaarding uit te reiken aan een adres in Hoogvliet, wat niet als vestiging is ingeschreven in de Kamer van Koophandel. De deurwaarder heeft geen succesvolle betekening kunnen uitvoeren, waardoor de dagvaarding nietig is verklaard.

Eiser heeft gesteld dat hij van 1 juli 2022 tot en met 1 februari 2023 in dienst is geweest bij gedaagde en eist de afgifte van zijn personeelsdossier. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de dagvaarding nietig is, omdat deze niet correct is betekend. De gemachtigde van eiser heeft ter zitting bevestigd dat er geen bedrijf meer is ingeschreven op het adres in Hoogvliet. De kantonrechter heeft ook vastgesteld dat de schriftelijke reactie van gedaagde niet kan worden beschouwd als verschijnen in de procedure, aangezien dit niet mogelijk is in een kort geding. Eiser is daarom niet-ontvankelijk verklaard en moet de proceskosten betalen, die aan de kant van gedaagde op nihil zijn begroot. De beslissing is openbaar uitgesproken door mr. C.J. Frikkee.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11533597 VV EXPL 25-75
datum uitspraak: 31 maart 2025 (bij vervroeging)
Vonnis in kort geding van de kantonrechter
in de zaak van
[eiser] ,
woonplaats: [woonplaats] ,
eiser,
gemachtigde: mr. N.M. Fakiri,
tegen:
[gedaagde] ,
vestigingsplaats: [vestigingsplaats] , [land] ,
gedaagde,
die niet is verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 5 maart 2025, met bijlagen;
  • de nadere productie van eiser.
1.2.
Op 25 maart 2025 is de zaak tijdens een zitting met eiser en zijn gemachtigde besproken. Er is niemand namens gedaagde verschenen. Normaal gesproken zou verstek tegen gedaagde worden verleend, maar omdat de dagvaarding lijdt aan een gebrek, wordt eiser niet-ontvankelijk verklaard.

2.De beoordeling

Waar gaat de zaak over?
2.1.
Eiser stelt dat hij vanaf 1 juli 2022 tot en met 1 februari 2023 bij gedaagde in dienst is geweest. Hij heeft geen arbeidsovereenkomst of loonstroken ontvangen. Eiser eist afgifte van zijn personeelsdossier. De kantonrechter verklaart eiser niet-ontvankelijk. Hierna wordt uitgelegd waarom.
Niet-ontvankelijk
2.2.
Eiser is niet-ontvankelijk, omdat de dagvaarding nietig is. Deze is namelijk niet (correct) betekend aan gedaagde. Gedaagde is gevestigd in de Verenigde Staten, maar de deurwaarder heeft geprobeerd de dagvaarding uit te reiken aan een adres in Hoogvliet. Weliswaar bevindt zich in Hoogvliet een pand waarop de naam “ [naam bedrijf] ” staat en op de Instagrampagina van gedaagde wordt dit adres als ‘hub’ in Nederland genoemd, maar dit is niet als vestiging ingeschreven in de Kamer van Koophandel. Uit een KvK uittreksel blijkt verder dat de onderneming [naam onderneming] . (met handelsnamen [naam onderneming] . en [handelsnaam] ), die voorheen gevestigd was op het adres in Hoogvliet, per 27 januari 2024 is uitgeschreven. De gemachtigde van eiser heeft ter zitting bevestigd dat er geen enkel bedrijf (of persoon) meer ingeschreven staat op het adres in Hoogvliet. De deurwaarder heeft op het adres in Hoogvliet wel een man aangetroffen, maar die heeft geweigerd de dagvaarding aan te nemen. Hiervan heeft de deurwaarder een aantekening gemaakt op de dagvaarding. De deurwaarder is er dus niet in geslaagd om de dagvaarding op het adres in Hoogvliet uit te reiken. De dagvaarding is toen door de deurwaarder per e-mail verzonden aan [e-mailadres] . De dagvaarding is dus niet (correct) betekend aan gedaagde op diens adres in de Verenigde Staten. De dagvaarding is dan ook nietig en eiser is niet-ontvankelijk in zijn vordering.
2.3.
Dat er wel een schriftelijke reactie van gedaagde is ontvangen door de kantonrechter, met als strekking, kort gezegd “
the summons is not applicable to our company”, kan niet leiden tot een ander oordeel. Daarmee is gedaagde niet vrijwillig in de procedure verschenen. Het is namelijk niet mogelijk om schriftelijk in een kortgedingprocedure te verschijnen (art. 255 Rv).
Eiser moet de proceskosten betalen
2.4
De proceskosten komen voor rekening van eiser, omdat hij ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot de kosten die eiser aan gedaagde moet betalen op nihil.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
verklaart eiser niet-ontvankelijk in de vordering;
3.2.
veroordeelt eiser in de proceskosten, die aan de kant van gedaagde worden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.J. Frikkee en in het openbaar uitgesproken.
49196