In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 24 maart 2025, wordt het verzoek van een vrouw tot vaststelling van het ouderschap van de man over hun minderjarige kind behandeld. De vrouw heeft het verzoek ingediend op 30 juni 2023, terwijl het kind op [geboortedatum 1] 2020 is geboren. De rechtbank heeft eerder een DNA-onderzoek gelast, maar de man heeft niet meegewerkt aan dit onderzoek, ondanks herhaalde verzoeken. De rechtbank concludeert dat de man voldoende gelegenheid heeft gehad om deel te nemen aan het onderzoek, maar dit heeft nagelaten. De vrouw heeft verklaard dat zij er zeker van is dat de man de biologische vader is, wat de rechtbank bevestigt. De rechtbank wijst het verzoek van de vrouw toe en stelt vast dat de man de ouder is van het kind. Daarnaast wordt de man veroordeeld tot betaling van de kosten van het deskundigenonderzoek, die € 120,- bedragen. De overige proceskosten worden gecompenseerd. De bijzondere curator wordt in deze procedure als beëindigd beschouwd, tenzij er hoger beroep wordt ingesteld. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.