Op 2 mei 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een machtiging voor extra beloning van een bewindvoerder. Het verzoek was ingediend door Van Rijn Bewind B.V., die optreedt als bewindvoerder over het vermogen van een meerderjarige betrokkene, geboren in 1978. De bewindvoerder vroeg om een extra beloning van zeven uur per jaar, omdat de huidige vergoeding van 17 uur per jaar niet voldoende zou zijn voor een goede uitvoering van de wettelijke taken. De kantonrechter oordeelde dat de bewindvoerdersvergoeding op basis van de Regeling Beloning een forfaitaire vergoeding is en dat er geen uitzonderlijke omstandigheden zijn aangetoond die een hogere beloning rechtvaardigen. De kantonrechter merkte op dat de bewindvoerder onvoldoende onderbouwing had gegeven voor de stelling dat het zelfredzaamheidstraject moeizaam verloopt door verslavingsproblematiek. De kantonrechter wees het verzoek af, met de opmerking dat het aan de wetgever is om de problematiek rondom de beloning van bewindvoerders aan te pakken. Tegen deze beschikking kan in hoger beroep worden gegaan bij het gerechtshof Den Haag, binnen drie maanden na de datum van de beschikking.