Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
10 februari 2025
1.De procedure
2.De beoordeling van het verzoek
De toelating
3.De beslissing
/19e deel van de overeenkomstig artikel 2 van dat Besluit te berekenen vergoeding. Dit kan alleen:
Rechtbank Rotterdam
Op 10 februari 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak van de heer [verzoeker], die zich in een problematische schuldensituatie bevindt. De heer [verzoeker] heeft verzocht om toegelaten te worden tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). De rechtbank heeft dit verzoek toegewezen, maar heeft de aanvraag voor een eerdere ingangsdatum van de WSNP afgewezen vanwege onvoldoende onderbouwing. Tijdens de zitting op 27 januari 2025 was de heer [verzoeker] aanwezig, samen met zijn beschermingsbewindvoerder I. Bilicoi.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de heer [verzoeker] aan de voorwaarden voor toelating tot de WSNP voldoet, ondanks dat hij een schuld heeft aan [schuldeiser] van € 7.586,67, die niet te goeder trouw is ontstaan. De rechtbank oordeelt dat de heer [verzoeker] sinds 15 augustus 2023 onder beschermingsbewind staat en niet meer gokt, wat bijdraagt aan de beoordeling van zijn goede trouw. De rechtbank heeft de ingangsdatum van de WSNP vastgesteld op 10 februari 2025, met een einddatum op 10 augustus 2026. Tevens is mr. M. Aukema benoemd tot rechter-commissaris en is B. van Huessen aangesteld als bewindvoerder.
De rechtbank heeft benadrukt dat de heer [verzoeker] zich moet houden aan de verplichtingen die de WSNP met zich meebrengt, waaronder de informatieverplichting en de afdrachtverplichting. De rechtbank heeft ook aangegeven dat er een tijdelijke postblokkade geldt, waarbij alle post naar de bewindvoerder gaat. De beslissing is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen acht dagen na de uitspraak.