ECLI:NL:RBROT:2025:5473

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 februari 2025
Publicatiedatum
6 mei 2025
Zaaknummer
FT RK 24-1356
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing wettelijke schuldsaneringsregeling met afwijzing eerdere ingangsdatum door de rechtbank Rotterdam

Op 10 februari 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) voor mevrouw [verzoekster]. Mevrouw [verzoekster] bevond zich in een problematische schuldensituatie en heeft een verzoek ingediend om toegelaten te worden tot de WSNP. Tijdens de zitting op 27 januari 2025 zijn mevrouw [verzoekster], haar beschermingsbewindvoerder N.A. Belo, en een maatschappelijk werker verschenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat mevrouw [verzoekster] aan de voorwaarden voor toelating tot de WSNP voldoet, maar heeft de aanvraag voor een eerdere ingangsdatum van de regeling afgewezen. Dit omdat er onvoldoende bewijs was dat mevrouw [verzoekster] aan de verplichtingen van het voorafgaande schuldhulpverleningstraject had voldaan en er nieuwe schulden waren ontstaan. De rechtbank heeft de WSNP toegewezen met een ingangsdatum van 10 februari 2025 en een einddatum van 10 augustus 2026. Tevens is mr. M. Aukema benoemd tot rechter-commissaris en J.M. Hoogland als bewindvoerder. De rechtbank heeft de verplichtingen van mevrouw [verzoekster] tijdens de WSNP uiteengezet, waaronder de informatieverplichting en de afdrachtverplichting. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen acht dagen na de uitspraak.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
insolventienummer: [nummer]
vonnis van:
10 februari 2025
op het verzoek van:
[verzoekster],
wonende te [adres] ,
[postcode] [plaats] .
Waar deze zaak over gaat
Mevrouw [verzoekster] bevindt zich in een problematische schuldensituatie. Om tot een oplossing voor haar schulden te komen heeft mevrouw [verzoekster] een verzoek gedaan te worden toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). Dit verzoek wordt toegewezen. Daarnaast zal de rechtbank een beslissing nemen over de mogelijkheid van een alternatief aanvangsmoment van de WSNP. De rechtbank legt hierna uit waarom zij zo beslist.

1.De procedure

1.1.
Mevrouw [verzoekster] heeft een verzoek ingediend om te worden toegelaten tot de WSNP.
1.2.
Het verzoek is behandeld op de zitting van 27 januari 2025. Op de zitting zijn verschenen:
- mevrouw [verzoekster] ,
- N.A. Belo, beschermingsbewindvoerder,
- [persoon A] , maatschappelijk werker.

2.De beoordeling van het verzoek

De toelating

2.1.
Mevrouw [verzoekster] kan worden toegelaten tot de WSNP als zij zich in een problematische schuldensituatie bevindt en zij te goeder trouw was bij het ontstaan en onbetaald laten van zijn schulden. De rechtbank kijkt daarbij vooral naar de afgelopen drie jaar. Ook moet de verwachting bestaan dat mevrouw [verzoekster] aan de verplichtingen van de WSNP zal voldoen.
2.2.
mevrouw [verzoekster] voldoet aan alle eisen en wordt toegelaten tot de WSNP.
2.3.
De verplichtingen waaraan mevrouw [verzoekster] tijdens de WSNP moet voldoen zijn: de informatieverplichting, de inspanningsverplichting, de verplichting geen nieuwe schulden te laten ontstaan, de verplichting om schuldeisers niet te benadelen en de afdrachtverplichting. Er wordt een bewindvoerder benoemd. Deze bewindvoerder controleert of de verplichtingen worden nagekomen. Er wordt ook een rechter-commissaris benoemd. De taak van de rechter-commissaris is om toezicht te houden op de bewindvoerder.
2.4.
Als mevrouw [verzoekster] zich tijdens het WSNP-traject houdt aan alle verplichtingen die de WSNP met zich brengt, eindigt het traject met de zogenoemde “schone lei”. Dit betekent dat schuldeisers hun vorderingen ten aanzien waarvan de WSNP werkt niet meer op mevrouw [verzoekster] kunnen verhalen.
2.5.
Gedurende het traject geldt een tijdelijke postblokkade. Dat betekent dat in die periode alle post naar de bewindvoerder gaat. De bewindvoerder stuurt de post na controle door aan mevrouw [verzoekster] . Als de schuldsaneringsregeling eerder eindigt, stopt ook de postblokkade.
2.6.
De rechtbank is, gelet op het bepaalde in artikel 3 lid 1 Verordening (EU) 2015/848 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie, bevoegd deze insolventieprocedure als hoofdprocedure te openen nu het centrum van voornaamste belangen van mevrouw [verzoekster] in Nederland ligt.
De ingangsdatum
2.7.
Het WSNP-traject duurt in principe achttien maanden. De Faillissementswet bepaalt dat de termijn van de WSNP in beginsel ingaat op de dag van dit vonnis, tenzij er aanleiding is de termijn eerder te laten ingaan.
2.8.
Een eerdere ingangsdatum kan worden bepaald als vanaf die eerdere datum de verplichtingen die volgen uit het voorafgaande schuldhulpverleningstraject zijn nagekomen. Als uitgangspunt geldt daarbij dat de schuldenaar tijdens het minnelijke voortraject maximaal, op basis van de normen die gelden voor berekening van het vrij te laten bedrag (het vtlb), moet aflossen op zijn schulden en dat hij zich moet inspannen om zoveel mogelijk baten voor de schuldeisers te verwerven. Het vtlb wordt berekend met de vtlb-calculator die via het internet beschikbaar is. Om voor een eerdere ingangsdatum in aanmerking te komen, moet dus maandelijks sprake zijn van aflossingen die tenminste gelijk zijn aan het genoemde verschil tussen de netto inkomsten en het vtlb. Daarnaast moet er bij arbeidsgeschiktheid fulltime gewerkt worden of moet er aantoonbaar worden gesolliciteerd naar een fulltime baan.
2.1
De rechtbank kan op basis van de ingediende stukken en dat wat op de zitting is besproken niet vaststellen dat aan de vereiste verplichtingen is voldaan. In het verzoekschrift ontbreekt een opgave van de hoogte van de maandelijkse aflossingen. Tevens zijn er geen stukken ingediend ten aanzien van de arbeidsongeschiktheid van mevrouw [verzoekster] of sollicitatiebewijzen. Daarnaast heeft de beschermingsbewindvoerder ter zitting verklaard dat mevrouw [verzoekster] tijdens het voorafgaande schuldhulpverleningstraject nieuwe schulden heeft laten ontstaan, waardoor zij ook in zoverre niet alle verplichtingen tijdens het traject is nagekomen. Inmiddels heeft zij beschermingsbewind en is de financiële situatie volgens de beschermingsbewindvoerder nu stabiel.
2.9.
De rechtbank komt dus tot de conclusie dat er geen eerdere ingangsdatum zal worden bepaald.

3.De beslissing

De rechtbank:
- spreekt de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling uit ten aanzien van:
[verzoekster],
geboren op [geboortedatum] -1990 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] , [postcode] [plaats] ;
- benoemt tot rechter-commissaris mr. M. Aukema
en tot bewindvoerder J.M. Hoogland,
gevestigd te Postbus 81145,
3009 GC Rotterdam;
- stelt de ingangsdatum van de schuldsaneringsregeling vast op 10 februari 2025 en de einddatum op 10 augustus 2026;
- draagt de bewindvoerder op de post van mevrouw [verzoekster] in te zien;
- bepaalt dat de bewindvoerder een voorschot op de vergoeding mag nemen volgens het Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering. Deze vergoeding is gelijk aan 1
/19e deel van de overeenkomstig artikel 2 van dat Besluit te berekenen vergoeding. Dit kan alleen:
- zolang de schuldsaneringsregeling loopt en,
- voor zover de boedel toereikend is.
Dit is de beslissing van mr. M. Aukema, rechter, in samenwerking met A.B.T. Fernandes Pedra, griffier. Deze beslissing is in het openbaar uitgesproken op 10 februari 2025. [1]