Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
10 februari 2025
1.De procedure
2.De beoordeling van het verzoek
De toelating
3.De beslissing
/6e deel van de overeenkomstig artikel 2 van dat Besluit te berekenen vergoeding. Dit kan alleen:
Rechtbank Rotterdam
Op 10 februari 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak van mevrouw [verzoekster], die zich in een problematische schuldensituatie bevindt. Mevrouw [verzoekster] heeft een verzoek ingediend om toegelaten te worden tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). De rechtbank heeft dit verzoek toegewezen, waarbij ook een beslissing is genomen over de mogelijkheid van een eerdere ingangsdatum van de WSNP. Tijdens de zitting op 27 januari 2025 zijn mevrouw [verzoekster], haar schuldhulpverlener M. Cretier en een maatschappelijk werker verschenen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat mevrouw [verzoekster] voldoet aan de voorwaarden voor toelating tot de WSNP, waaronder de afdrachtplicht en de inspanningsverplichting. De rechtbank heeft ook geconstateerd dat mevrouw [verzoekster] in het voorafgaande schuldhulpverleningstraject een bedrag van € 5.150,26 heeft gespaard, waarmee zij aan de afdrachtplicht heeft voldaan. De rechtbank heeft besloten dat de ingangsdatum van de WSNP kan worden vastgesteld op 10 januari 2024, in plaats van de gebruikelijke datum van het vonnis.
De rechtbank heeft verder de verplichtingen van mevrouw [verzoekster] tijdens de WSNP uiteengezet, waaronder de informatieverplichting en de verplichting om geen nieuwe schulden te maken. De rechtbank heeft mr. M. Aukema benoemd tot rechter-commissaris en L. Hordijk als bewindvoerder. De einddatum van de schuldsaneringsregeling is vastgesteld op 10 juli 2025, met een verificatievergadering op 6 mei 2025. Tegen deze uitspraak kan binnen acht dagen hoger beroep worden ingesteld.