Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 22 januari 2025, met bijlagen;
- de aantekeningen van het mondelinge antwoord;
- de conclusie van repliek en een daarbij gedeponeerde usb-stick met video-opnamen.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft Q-Park Operations B.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagde] wegens het zogenaamde 'treintje rijden' in een parkeergarage. Q-Park beschuldigt [gedaagde] ervan zonder te betalen de parkeergarage te hebben verlaten door dicht achter een andere auto onder de slagboom door te rijden. Q-Park vordert een bedrag van € 58,00 voor een verloren parkeerkaart, € 373,81 aan schadevergoeding, rente en buitengerechtelijke incassokosten van € 64,77. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de kentekenhouder, [gedaagde], vermoedelijk de bestuurder was op het moment van de overtreding. Ondanks de betwisting door [gedaagde] dat haar neef de bestuurder was, heeft de kantonrechter geoordeeld dat [gedaagde] niet in staat is geweest dit vermoeden te weerleggen. De kantonrechter heeft de vordering van Q-Park toegewezen, waarbij [gedaagde] aansprakelijk is gesteld voor de gevolgen van het 'treintje rijden'. De kantonrechter heeft ook de incassokosten en wettelijke rente toegewezen, evenals de proceskosten, omdat [gedaagde] ongelijk heeft gekregen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.