ECLI:NL:RBROT:2025:5973
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van de rechter na einduitspraak in de hoofdzaak
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Rotterdam op 14 mei 2025 uitspraak gedaan op het verzoek tot wraking van mr. S.H. Poiesz, rechter in de rechtbank, door verzoeker, die handelt onder de naam [autobedrijf X]. Het verzoek tot wraking werd ingediend op 11 mei 2025, nadat de rechter in de hoofdzaak op 2 mei 2025 een einduitspraak had gedaan. De wrakingskamer oordeelde dat het verzoek niet-ontvankelijk was, omdat de rechter in de hoofdzaak niet meer betrokken was bij de zaak op het moment dat het wrakingsverzoek werd ingediend. De wraking is bedoeld om de onpartijdigheid van de rechter te waarborgen, maar kan niet meer worden toegepast als de behandeling van de zaak al is beëindigd. De rechtbank verklaarde verzoeker niet-ontvankelijk in het verzoek tot wraking, met toepassing van het Wrakingsprotocol van de rechtbank.