ECLI:NL:RBROT:2025:6176
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar tegen het besluit van de minister van Financiën inzake de overname van schulden
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 16 mei 2025 wordt de niet-ontvankelijkheid van het beroep van eiseres tegen de beslissing van de minister van Financiën behandeld. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de minister om haar schulden niet over te nemen. De rechtbank oordeelt dat de minister het bezwaar terecht niet als een herzieningsverzoek heeft aangemerkt. Eiseres had haar bezwaarschrift te laat ingediend, waardoor het bezwaar niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank legt uit dat de inhoudelijke beoordeling van het bezwaar door de minister niet kan worden gezien als een besluit op een herzieningsverzoek, omdat het bezwaarschrift niet aan de vereisten voldeed. De rechtbank concludeert dat er geen bezwaar openstond tegen de inhoudelijke beoordeling en dat de brief van de minister van 18 april 2024 geen besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is. Hierdoor is het beroep van eiseres niet-ontvankelijk verklaard, en de rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.