Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[eiseres 1],
[eiseres 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 7 februari 2025, met producties 1 tot en met 3;
- de incidentele conclusie van onbevoegdheid tevens conclusie van antwoord, met producties 1 en 2;
- de incidentele conclusie van antwoord.
2.De vordering in de hoofdzaak
€ 50.000,00), voor iedere dag dat zij in gebreke blijft na betekening van het in dezen te wijzen vonnis volledig en correct uitvoering te geven aan de veroordeling van het gevorderde onder I sub a tot en met f.
3.Het geschil in het incident
4.De beoordeling in het incident
thans artikel 24 Herziening EEX-Verordening; Rechtbank] moet restrictief worden uitgelegd (vgl. HvJ EG 10 januari 1990, zaak C-115/88, Jur. 1990, p. l-27, LJN AC1237, NJ 1991/572 (Reichert/Dresdner Bank), welke beslissing weliswaar betrekking heeft op het voordien geldende art. 16 EEX-Verdrag, maar haar betekenis ook voor het met die bepaling vrijwel overeenstemmende art. 22 EEX-Verordening heeft behouden.
5.De beslissing
4 juni 2025voor het opgeven van verhinderdata in de periode
juli-november 2025voor de nog te bepalen mondelinge behandeling;