ECLI:NL:RBROT:2025:6574

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
30 mei 2025
Publicatiedatum
3 juni 2025
Zaaknummer
11640324 GZ VERZ 25-3797
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot opheffing van bewind vanwege problematische schulden

Op 30 mei 2025 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake het verzoek van betrokkene om het bewind over zijn goederen op te heffen. Betrokkene, die sinds 2018 onder bewind staat, heeft meerdere keren om opheffing verzocht, maar zijn verzoeken zijn steeds afgewezen. De kantonrechter oordeelt dat de situatie van betrokkene niet is gewijzigd sinds het laatste verzoek in 2023, dat ook was afgewezen. De bewindvoerder, A.A. Korremans-Pronk, heeft aangegeven dat betrokkene niet voldoende meewerkt en dat zijn financiële situatie onstabiel blijft, wat het moeilijk maakt om hem aan te melden voor schuldhulpverlening. De kantonrechter benadrukt dat de oorzaak van de aanhoudende problematische schulden vooral ligt in het gebrek aan medewerking van betrokkene. Hij wordt aangespoord om samen te werken met de bewindvoerder en zijn financiële situatie te stabiliseren om een schuldentraject te kunnen starten. De kantonrechter wijst het verzoek tot opheffing van het bewind af, omdat de beschermende maatregel nog steeds noodzakelijk is.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 11640324 GZ VERZ 25-3797
registernummer: [nummer]
uitspraak: 30 mei 2025
beschikking van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam, inzake opheffing meerderjarigenbewind
over de goederen van:

[naam betrokkene] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1992,
wonend op een bij de rechtbank bekend geheim adres in de gemeente [naam gemeente] ,
hierna te noemen betrokkene.

Verloop van de procedure

Op 3 april 2025 is ter griffie het verzoek ontvangen van betrokkene om het bij beschikking door de kantonrechter te Den Haag d.d. 30 januari 2018 ingestelde bewind over zijn goederen op te heffen.
Op 9 mei 2025 is ter griffie een schriftelijke reactie van de bewindvoerder A.A. Korremans-Pronk, vennoot van Kwadraat Bewindvoering & Budgetbeheer te Hoogezand ontvangen.
Een zitting is niet nodig. De kantonrechter beslist op basis van de stukken.

Beoordeling van het verzoek

Betrokkene verzoekt opheffing van het bewind.
De bewindvoerder stemt niet in met het verzoek van betrokkene en heeft - kort samengevat - het volgende aangevoerd. Betrokkene heeft in 2023 ook om opheffing verzocht. De bewindvoerder is van mening dat de situatie sindsdien niet is gewijzigd. Daarnaast heeft betrokkene de bewindvoerder niet laten weten dat hij geen werk meer had en is niet bekend of hij een uitkering heeft aangevraagd. Ook heeft betrokkene, buiten medeweten van de bewindvoerder, een auto op naam gezet en een verzekering hiervoor afgesloten. Doordat de financiële situatie onstabiel blijft kan betrokkene niet worden aangemeld voor schuldhulpverlening.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Betrokkene heeft in 2023 eveneens een verzoek tot opheffing van het bewind heeft ingediend, dat op zitting uitgebreid is behandeld. Dit verzoek is bij beschikking van d.d. 7 december 2023 met zaaknummer 10357160 GZ VERZ 23-1577 vervolgens afgewezen. De kantonrechter is van oordeel dat niet blijkt dat de situatie in de tussenliggende tijd is gewijzigd. Betrokkene heeft zijn verzoek helemaal niet onderbouwd. Hij volstaat met 1 regel “Ik zou graag een verzoek willen indienen voor beëindiging bewind”. Mede daarom ziet de kantonrechter geen aanleiding om een zitting te houden, ook gelet op wat hierna wordt overwogen.
Betrokkene heeft al vier eerdere verzoeken om opheffing gedaan. Ook het Hof Arnhem-Leeuwarden heeft in hoger beroep een opheffingsverzoek van betrokkene afgewezen (7 mei 2020, ECLI:NL:GHARL:2020:3626). Ook is betrokkene inmiddels verschillende keren gewisseld van bewindvoerder. Uit de laatste rekening en verantwoording blijkt dat nog steeds sprake is van problematische schulden (meer dan € 10.000,00).
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de kantonrechter de beschermende maatregel nog steeds noodzakelijk acht. Het verzoek wordt dan ook afgewezen.
Tot slot wil de kantonrechter nog het volgende tegen betrokkene zeggen: U staat al sinds 2018 onder bewind. Het is de opvolgende bewindvoerders nog niet gelukt om samen met u een oplossing te bereiken voor de problematische schulden. De oorzaak hiervan lijkt vooral gelegen in een gebrek aan medewerking van uw kant, die ertoe leidt dat uw financiële situatie nog steeds niet voldoende stabiel is om opnieuw een minnelijk schuldentraject via de gemeente of het traject van de wettelijke schuldsanering in te gaan. Het eerdere minnelijke schuldentraject is door de gemeente voortijdig beëindigd. Als zo’n traject eenmaal loopt en met goed gevolg wordt afgerond, bent u na 18 maanden schuldenvrij en kunt u als u voldoende zelfredzaam bent daarna zelf uw financiën gaan doen, wat u zelf ook heel graag wil. Op deze manier sukkelt het maar door en lijkt er nog geen perspectief te zijn op de start van een schuldenregeling. Met een schuld van meer dan tienduizend euro gaat u dit niet zonder hulp kunnen oplossen. Er lijkt hier vooral sprake te zijn van niet willen in plaats van niet kunnen. De kantonrechter wil u dan ook op het volgende wijzen: probeer eens iets anders in uw eigen belang, namelijk samen te werken met de bewindvoerder. Zorg voor voldoende stabiele inkomsten om zo snel mogelijk een minnelijk of wettelijk schuldentraject in te gaan en ga geen financiële verplichtingen aan die het budget niet toelaat. Veel succes!

Beslissing

De kantonrechter:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. C.J. Frikkee en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
799