ECLI:NL:RBROT:2025:6692
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet door het college van burgemeester en wethouders van Voorne aan Zee
Op 5 juni 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de afwijzing van een aanvraag voor een bijstandsuitkering door het college van burgemeester en wethouders van Voorne aan Zee. Verzoeker, die in financiële nood verkeert, had op 2 januari 2025 een aanvraag ingediend op basis van de Participatiewet (Pw). Het college heeft deze aanvraag op 13 maart 2025 afgewezen, omdat verzoeker niet had voldaan aan de inlichtingen- en medewerkingsplicht. Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing en verzocht om een voorlopige voorziening, omdat hij in een financiële noodsituatie verkeert.
De voorzieningenrechter heeft in haar beoordeling vastgesteld dat verzoeker onvoldoende bewijs heeft geleverd van zijn financiële situatie en dat hij niet heeft meegewerkt aan een huisbezoek dat nodig was om zijn woonsituatie vast te stellen. Ondanks de argumenten van verzoeker over zijn spoedeisende situatie, oordeelde de voorzieningenrechter dat er geen voldoende spoedeisend belang was om een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat verzoeker meer duidelijkheid moet verschaffen over zijn feitelijke woonsituatie en financiële positie. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van de aanvrager om de benodigde informatie te verstrekken voor de beoordeling van de aanvraag.
De voorzieningenrechter heeft geen veroordeling in de proceskosten uitgesproken en tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.