Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[gedaagde 1] ,
1.De procedure
- de dagvaarding van 30 oktober 2024, met bijlagen;
- het antwoord;
- de akte van 20 januari 2025 van [eiseres] , met bijlage;
- de akte van 13 februari 2025, met bijlage.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam, gaat het om een huurgeschil tussen een verhuurder en gedaagden die een woning huren. De eiseres, vertegenwoordigd door Bazuin & Partners Gerechtsdeurwaarders, vordert betaling van een huurachterstand. De gedaagden, die zelf procederen, betwisten de vordering en stellen dat er een betalingsregeling is getroffen en dat er geen huurachterstand meer zou zijn. Tijdens de zitting op 22 januari 2025 is gesproken over de vernietiging van een opslagbeding in de huurovereenkomst, wat van invloed is op de huurprijs. De kantonrechter heeft de eiseres de gelegenheid gegeven om de huurachterstand te berekenen na de vernietiging van het opslagbeding, maar eiseres heeft dit niet gedaan.
De kantonrechter oordeelt dat de vorderingen van de eiseres worden afgewezen. De vernietiging van het opslagbeding leidt ertoe dat alle huurverhogingen die daarop zijn gebaseerd komen te vervallen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen huurachterstand is, omdat de gedaagden meer hebben betaald dan zij op basis van de huurprijs na vernietiging van het opslagbeding verschuldigd waren. De kantonrechter wijst ook de vordering tot betaling van incassokosten en rente af, omdat de hoofdvordering is afgewezen. De proceskosten worden toegewezen aan de gedaagden, omdat de eiseres ongelijk heeft gekregen. Het vonnis is uitgesproken op 30 mei 2025.