ECLI:NL:RBROT:2025:6896

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 juni 2025
Publicatiedatum
11 juni 2025
Zaaknummer
ROT 24/10881
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Sluiting van een woning op basis van artikel 13b Opiumwet wegens het aantreffen van een hennepkwekerij

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 13 juni 2025 uitspraak gedaan over de sluiting van een woning van eiser, gelegen in Dordrecht, op basis van artikel 13b van de Opiumwet. De sluiting vond plaats na het aantreffen van een hennepkwekerij in de woning, waar 326 moederplanten en 4.788 stekken werden aangetroffen, evenals andere apparatuur die gebruikt wordt voor de teelt van hennep. Eiser was het niet eens met de sluiting en voerde aan dat de burgemeester had moeten volstaan met een waarschuwing, omdat er geen feitelijke grondslag was om de vondst als 'ernstig' te kwalificeren. Hij stelde ook dat onvoldoende rekening was gehouden met zijn persoonlijke omstandigheden, waardoor de sluiting onevenredig was.

De rechtbank oordeelde dat de burgemeester terecht had geoordeeld dat de overtreding van de Opiumwet ernstig was en dat de sluiting van de woning gerechtvaardigd was. De rechtbank concludeerde dat de burgemeester in redelijkheid van zijn bevoegdheid tot sluiting gebruik had gemaakt, gezien de grote hoeveelheid aangetroffen hennepplanten en de illegale elektriciteitsafname. De rechtbank weegt de belangen van eiser af tegen de belangen van de openbare orde en veiligheid en oordeelt dat de sluiting niet tot onevenredige gevolgen voor eiser leidt. Eiser krijgt geen gelijk en het beroep wordt ongegrond verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 24/10881

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 13 juni 2025 in de zaak tussen

[eiser], uit Dordrecht, eiser

(gemachtigde: mr. N. Roos),
en

de burgemeester van de gemeente Alblasserdam, de burgemeester

(gemachtigden: mr. M. Baardman en [naam])
en
als derde-partij neemt aan de zaak deel:
[naam derde-partij],uit Zwijndrecht, [naam derde-partij].

Samenvatting

1. Deze uitspraak gaat over de sluiting op grond van artikel 13b Opiumwet (Ow) van de door eiser gehuurde woning aan [adres] (de woning), vanwege het aantreffen van een hennepkwekerij. Eiser is het niet eens met de sluiting. Hij voert daartoe twee beroepsgronden aan. Eiser stelt dat er geen feitelijke grondslag is om de vondst van de hennepplanten als 'ernstig' te kwalificeren, zodat volgens het beleid [1] de burgemeester had moeten volstaan met een waarschuwing. Verder is onvoldoende rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van eiser, zodat de sluiting van de woning onevenredig was. Aan de hand van deze beroepsgronden beoordeelt de rechtbank of de burgemeester in redelijkheid van zijn bevoegdheid tot sluiting van de woning gebruik heeft gemaakt.
1.1.
De rechtbank komt in deze uitspraak tot het oordeel dat de burgemeester op basis van de aangetroffen spullen in de woning terecht heeft geoordeeld dat de overtreding Opiumwet ernstig is en op goede gronden niet met een waarschuwing heeft volstaan. Verder oordeelt de rechtbank dat de sluiting niet tot onevenredige gevolgen voor eiser leidt, gelet op de belangen van de openbare orde en veiligheid. De woning is dan ook op goede gronden gesloten. Eiser krijgt dus geen gelijk en het beroep is dus ongegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.

Procesverloop

2. In een bestuurlijke rapportage van 27 februari 2024 heeft de politie (eenheid Rotterdam) aan de burgemeester laten weten dat op 16 februari 2024 naar aanleiding van een melding bij Meld Misdaad Anoniem (MMA) in de woning een in werking zijnde hennepkwekerij is aangetroffen. De kwekerij bestond uit meerdere kweekruimtes op de bovenverdieping van de woning. Er werden 326 moeder hennepplanten en 4.788 hennepstekken aangetroffen. Verder zijn assimilatielampen, koolstoffilters, tijdklokken, een afzuiginstallatie, verwarming en een waterzak aangetroffen. Ook is vastgesteld dat de elektriciteit voor de kwekerij illegaal werd afgetapt.
2.1.
Op basis van deze bestuurlijke rapportage heeft de burgemeester aan eiser een voornemen tot sluiting van de woning gestuurd. Bij primair besluit van 20 maart 2024 heeft de burgemeester de woning vervolgens gesloten vanaf 1 april 2024 voor een periode van drie maanden.
2.2.
Met het bestreden besluit van 22 oktober 2024 op het bezwaar van eiser is de burgemeester bij dat sluitingsbesluit gebleven. In het bestreden besluit heeft de burgemeester gemotiveerd dat hij op basis van artikel 13b van de Ow bevoegd is de woning te sluiten gelet op de aangetroffen hennepkwekerij. De burgemeester heeft verwezen naar het beleid. Op basis van het beleid kan de burgemeester, in plaats van een waarschuwing te geven, een woning sluiten als sprake is van verzwarende omstandigheden. Het gaat om een professioneel opgezette hennepkwekerij(de hoeveelheid planten en stekken, ruimschoots boven de handelshoeveelheid van meer dan vijf planten, en andere materialen, en het illegaal aftappen van stroom), waarbij volgens de burgemeester georganiseerde criminaliteit betrokken is. Dit maakt dat er sprake is van verzwarende omstandigheden en een ernstig geval. Over de noodzaak tot sluiting overweegt de burgemeester verder dat de hennepkwekerij is ontdekt na een anonieme melding (MMA-melding), zodat dat hij aannemelijk acht dat derden bekend waren met de hennepkwekerij. Het is van belang dat de woning zichtbaar wordt onttrokken aan criminaliteit, omdat dit bijdraagt aan meldingsbereidheid. Dat er geen overlast is geweest of drugshandel vanuit de woning heeft plaatsgevonden maakt dat niet anders. Ten aanzien van de evenredigheid van de sluiting heeft de burgemeester overwogen dat het niet aannemelijk is dat eiser in het geheel geen weet heeft gehad van de aanwezigheid van de (handelshoeveelheid) drugs in zijn woning en dat er misbruik is gemaakt van zijn naïviteit en zijn vertrouwen in familie en vrienden. Met de belangen van eiser heeft de burgemeester rekening gehouden door te overwegen dat hij inmiddels tijdelijk een kamer heeft gehuurd, dat het voor hem buiten de regio niet onmogelijk is een sociale huurwoning te krijgen, dat de plaatsing op de zwarte lijst van de regio na drie jaar vervalt, en dat hij zijn kinderen door de verhuizing weliswaar minder vaak kan zien, maar dat dat het voorzienbare gevolg is van de illegale activiteiten in de woning.
2.3.
Eiser heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
2.4.
De rechtbank heeft het beroep op 2 mei 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser, bijgestaan door zijn gemachtigde en de gemachtigden van de burgemeester.
2.5.
Na de zitting is de rechtbank gebleken dat [naam derde-partij] als derde-partij wenst deel te nemen aan de procedure.

Beoordeling door de rechtbank

Procesbelang
3. Ter zitting heeft de burgemeester het procesbelang van eiser bij deze procedure aan de orde gesteld. De burgemeester heeft geen verzoek om schadevergoeding ontvangen en de sluiting is inmiddels achter de rug.
3.1.
Eiser heeft naar voren gebracht dat hij schade heeft geleden als gevolg van de woningsluiting. Hij heeft andere woonruimte moeten huren en kosten moeten maken voor zijn verhuizing. Verder is hij door de woningsluiting op de zwarte lijst geplaatst en moet daardoor tegen hogere kosten in particuliere sector huren.
3.2.
De rechtbank overweegt dat eiser procesbelang heeft bij een beoordeling van zijn beroep nu hij met deze stellingen tot op zekere hoogte aannemelijk heeft gemaakt dat hij als gevolg van het bestreden besluit schade heeft geleden. Voor een verdergaande beoordeling van de gestelde schade bestaat bij de beoordeling van de ontvankelijkheid geen ruimte. [2]
Toetsingskader
4. De rechtbank toetst aan de hand van de beroepsgronden van eiser of de burgemeester op goede gronden tot sluiting van de woning van eiser is overgegaan.
4.1.
Voor zover eiser in beroep verwijst naar wat hij in bezwaar heeft aangevoerd, overweegt de rechtbank dat het aan eiser is om in beroep gemotiveerd en specifiek aan te voeren waarom hij het niet eens is met het bestreden besluit. De algemene verwijzing naar het bezwaarschrift wordt niet als zo’n gemotiveerde en specifieke betwisting opgevat. Daarop is immers gereageerd in het bestreden besluit. Daarom zal de rechtbank het beroep beoordelen op grond van de in beroep nader uitgewerkte gronden.
Noodzaak tot sluiting?
5. Volgens eiser ontbreekt de noodzaak tot sluiting van de woning. De burgemeester had moeten volstaan met een waarschuwing, zoals het beleid voorschrijft. Het is immers de eerste keer dat bij eiser softdrugs is aangetroffen. Op basis van de geconstateerde feiten kon de burgemeester niet tot de conclusie komen dat sprake is van een ernstig geval, en kon de burgemeester dus niet afwijken van het beleidsuitgangspunt om een waarschuwing op te leggen. Volgens eiser kan de mate van professionaliteit van de hennepkwekerij geen rol spelen bij de beoordeling van de ernst. Dit aspect is niet in het beleid opgenomen. Illegaal afstappen van stroom is inherent aan een hennepkwekerij en kan (daarom) ook geen rol spelen in dit verband. De aangetroffen materialen (assimilatielampen, koolstoffilters, tijdklokken, een afzuiginstallatie, verwarming en een waterzak) zijn basisinstrumenten en zeggen niets over de mate van professionaliteit van de hennepkwekerij. De MMA-melding rechtvaardigt ook niet de stelling dat sprake is van een ernstig geval. Het is onbekend wat die melding inhield en er kan sprake zijn van een toevalstreffer. Nu niet is gebleken van enige overlast, loop of bekendheid van de woning in het drugscircuit, politiewaarnemingen of andere feiten die wijzen op feitelijke handel vanuit de woning, is noodzaak van de sluiting niet aangetoond. Handel vanuit de woning is echter wel van belang voor het vaststellen van de ernst en omvang van de overtreding.
5.1.
Deze beroepsgrond slaagt niet. De burgemeester is op grond van artikel 13b, eerste lid, van de Ow bevoegd tot het opleggen van een last onder bestuursdwang als in een woning een middel als bedoeld in lijst I of lijst II, behorend bij de Ow, wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is. Op grond van het beleid geeft de burgemeester in zo’n geval in beginsel een waarschuwing, mits de spoedeisendheid en/of ernst van de casus zich hiertegen niet verzet. [3] Wanneer het een ernstige overtreding betreft, kan de burgemeester besluiten tot toepassing van spoedeisende bestuursdwang zonder waarschuwing of voorafgaande last. De burgemeester hanteert de handhavingsmatrix uit het beleid voor het bepalen van de ernst van de overtreding. In de tabel die onderdeel is van de handhavingsmatrix is opgenomen dat de burgemeester bij het voor de eerste keer aantreffen van softdrugs in een woning een waarschuwing geeft. Van deze tabel kan worden afgeweken, aldus het beleid, in situaties die dermate ernstig zijn dat afwijken nodig is. Als voorbeeld wordt gewezen op een combinatie van aanwezigheid van soft- en harddrugs, of tussen kweken/telen en aanwezigheid van soft- of harddrugs, of indien er een combinatie bestaat met andere strafbare feiten, zoals bijvoorbeeld vuurwapenbezit of mensenhandel. Verder is bij deze handhavingsmatrix overwogen dat de burgemeester per geval beoordeelt wat een passende wijze van handhaving is. In het beleid wordt benadrukt dat de handhaving is gericht op het herstel van de veiligheid en van de openbare orde en dat het van belang is de toeloop tot het betreffende pand te beëindigen.
5.2.
De burgemeester heeft beoordelingsruimte bij de afweging of de geconstateerde feiten in de bestuurlijke rapportage van 27 februari 2024 maken dat sprake is van een ernstige overtreding en of de ernst van de overtreding maakt dat moet worden afgeweken van het uitgangspunt dat bij een eerste vondst van softdrugs wordt volstaan met een waarschuwing. Met de gemaakte beoordeling in het bestreden besluit, waarbij de burgemeester de grote hoeveelheid hennepplanten en -stekken, (zeer) ruim boven de maximaal vijf hennepplanten voor persoonlijk gebruik, is de burgemeester binnen deze beoordelingsruimte gebleven. Dat de mate van professionaliteit van een hennepkwekerij niet (letterlijk) wordt genoemd in het beleid, maakt niet dat dit aspect geen rol kan spelen. Gelet op de grote hoeveelheid hennepplanten en -stekken heeft de burgemeester in redelijkheid ook de andere aangetroffen goederen die gebruikt worden bij professionele hennepteelt mogen betrekken bij de beoordeling van de professionaliteit. Met de verwijzing naar de MMA-melding heeft de burgemeester redelijkerwijs mogen meewegen dat hieruit kan worden afgeleid dat de woning bekend stond als onderdeel van het drugscircuit. Dat sprake is van een toevalstreffer is, voor zover relevant gelet op de overige aangetroffen situatie in de woning, heeft eiser niet aannemelijk gemaakt. Uit het beleid of andere stukken blijkt niet dat het vaststellen dat sprake is van handel vanuit de woning noodzakelijk is om de situatie als ernstig te kwalificeren. Tot slot sluit de aangetroffen situatie volgens de rechtbank aan bij de in het beleid genoemde voorbeelden van ernstige situaties die maken dat niet kan worden volstaan met een waarschuwing. Mede gelet op het genoemde belang dat de woning zichtbaar wordt onttrokken aan criminaliteit (in verband met meldingsbereidheid) heeft de burgemeester mogen constateren dat sprake is van noodzaak tot sluiting van de woning.
Evenredigheid sluiting?
6. Eiser brengt verder naar voren dat de sluiting niet evenredig is. Eiser wijst er op dat het belang van de bescherming van het woon- en leefklimaat niet dusdanig is dat sluiting gerechtvaardigd is, omdat geen sprake is van overlast, loop of bekendheid van de woning in het drugscircuit. Eiser heeft daarentegen zwaarwegende belangen de sluiting ongedaan te maken: zijn huurovereenkomst is ontbonden, hij staat op een zwarte lijst, en kan niet in de gewenste mate zijn kinderen zien (zoals in een informele omgangsregeling met zijn ex-partner is afgesproken). Deze belangen zijn onvoldoende bij de beoordeling betrokken.
6.1.
Deze beroepsgrond slaagt niet. Zoals hierboven onder 2.2 is weergegeven, heeft de burgemeester in het bestreden besluit uitgebreid gemotiveerd dat de belangen van eiser bij het niet-sluiten van zijn woning niet opwegen tegen de belangen bij het herstel van de veiligheid en van de openbare orde. De rechtbank oordeelt dat de afweging van de burgemeester heeft plaatsgevonden met inachtneming van het beleid en dat dit niet tot een onevenredig besluit heeft geleid. Met de belangen van eiser heeft de burgemeester voldoende rekening gehouden door er op te wijzen dat eiser andere woonruimte huurt, hij nog steeds de mogelijkheid heeft zijn kinderen te zien en zijn kinderen niet afhankelijk zijn van het hebben van een zelfstandige woonruimte door eiser, de aantekening op de zwarte lijst na drie jaar vervalt en eiser binnen die termijn buiten de regio een sociale huurwoning zou kunnen krijgen (omdat de reden van ontbinding niet actief is bekendgemaakt).

Conclusie en gevolgen

7. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat de sluiting van de woning terecht was. Eiser krijgt daarom het griffierecht niet terug. Hij krijgt ook geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J.R. Lautenbach, rechter, in aanwezigheid van
G.J. Machwirth, griffier. Uitgesproken in het openbaar op 13 juni 2025.
De griffier is niet in staat
de uitspraak te ondertekenen
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Drugs- en coffeeshopbeleid gemeente Alblasserdam 2017 (het beleid).
2.Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 20 februari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:497, r.o. 4.
3.Zie 4.4.4 (Beleidsuitgangspunt) onder 2. (waarschuwing) van het beleid.